ACV

12.4. Rechtsverwerking [1665]

Een begrip dat soms opduikt in rechtsleer en rechtspraak is de rechtsverwerking. Luidens deze figuur kan een recht geheel of gedeeltelijk tenietgaan wanneer het verder uitoefenen ervan strijdig zou zijn met de voorheen door de titularis ingenomen houding. Op deze manier zouden de geldende verjaringstermijnen op artificiële wijze door de rechter ingekort kunnen worden. Een deel van de rechtspraak sloot zich enthousiast aan bij de theorie van de rechtsverwerking. [1666] De doctrine bleef echter uitermate sceptisch. [1667] De opmars van de rechtsverwerking werd uiteindelijk definitief een halt toegeroepen door de tussenkomst van het Hof van Cassatie. In een ondertussen vaste rechtspraak maakte het Hof duidelijk dat rechtsverwerking in de Belgische rechtsorde geen algemeen autonoom rechtsbeginsel is. [1668]

Wel zou een contractueel schuldenaar zich eventueel op de leer van het rechtsmisbruik kunnen beroepen, wanneer een rechthebbende zijn subjectief recht wil uitoefenen nadat hij bij zijn wederpartij het rechtmatig vertrouwen heeft gewekt dat hij dit recht niet meer zou uitoefenen, en daarbij kennelijk de grenzen overschrijdt van een normale rechtsuitoefening door een voorzichtig en redelijk persoon. [1669] Ook kan een contractspartij vanzelfsprekend afstand doen van zijn vorderingsrechten. Dergelijke afstand dient evenwel ondubbelzinnig te zijn. [1670]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    L. Cornelis, Algemene theorie van de verbintenis, Intersentia Rechtswetenschappen, Antwerpen, 2000, 953-957; L. Boeykens, “Afstand van recht en rechtsverwerking in het individueel arbeidsovereenkomstenrecht: enkele kritische bedenkingen”, in: Verslagboek bij Actuele problemen van het arbeidsrecht 4, Maklu, Antwerpen, 1994, 11, met de verwijzing naar Cass. 11 juni 1992, AR nr. 9344, onuitg.; W. Van Eeckhoutte, “De rechtsverwerking in het arbeidsovereenkomstenrecht”, Soc.Kron. 1990, 233-236.