ACV

10.2.5. Verzoek flexibele werkregeling [1158]

De werkgever mag een werknemer die een flexibele werkregeling aanvraagt, niet ontslaan, behalve om redenen die vreemd zijn aan de uitoefening van de rechten vervat in cao nr. 162.

Met een ontslag wordt gelijkgesteld elke voorbereidende maatregel die tijdens de flexibele werkregeling door de werkgever wordt getroffen.

Die ontslagbescherming gaat in op de datum van de ingediende schriftelijke aanvraag, waarmee de werknemer aantoont dat hij de aanvraag zodanig heeft ingediend dat de werkgever ervan op de hoogte was of redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn, en eindigt 2 maanden na de einddatum van de flexibele werkregeling of 2 maanden na de datum van de gemotiveerde weigering van de aanvraag door de werkgever.

Buiten die situaties eindigt die ontslagbescherming 2 maanden na de aangevraagde begindatum wanneer geen enkele flexibele werkregeling werd aangevat.

Wanneer de werknemer die vindt dat hij werd ontslagen wegens het feit dat hij een flexibele werkregeling heeft aangevraagd, voor een bevoegde rechter feiten aanvoert die doen vermoeden dat hij om dergelijke redenen werd ontslagen, is het aan de werkgever om te bewijzen dat het ontslag berustte op andere gronden, die vreemd zijn aan de uitoefening van de rechten vervat in cao nr. 162.

Bij schending van de ontslagbescherming is de werkgever ertoe verplicht aan de werknemer een vergoeding te betalen die overeenstemt met ten minste 4 maanden loon en ten hoogste 6 maanden loon.

De schadevergoeding mag niet samen worden genoten met enige andere vergoeding die n.a.v. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever verschuldigd is, inclusief een vergoeding wegens misbruik van ontslag, met uitzondering van een opzeggingsvergoeding, een niet-concurrentievergoeding, een uitwinningsvergoeding of een aanvullende vergoeding die bovenop de socialezekerheidsuitkeringen wordt betaald. De schadevergoeding mag ook niet samen worden genoten met dezelfde vergoedingen die verschuldigd zijn in geval van discriminatie op grond van het beschermd criterium gezinsverantwoordelijkheid (genderwet).

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Art. 23-24 cao nr. 162.