In het arbeidsrecht is de rechtsfiguur ‘afstand van recht’ niet uitdrukkelijk geregeld. De algemene principes uit het verbintenissenrecht dienen dan ook toegepast te worden, alhoewel daarbij steeds moet rekening gehouden worden met de arbeidsrechtelijke specificiteit.
Afstand van recht kan gedefinieerd worden als een eenzijdige en vrijwillige rechtshandeling, waarbij de houder van een subjectief recht afstand doet van dit recht, maar zonder dit recht aan een ander over te dragen. [1672] De rechtsafstand kan overigens niet alleen eenzijdig, maar ook in het kader van een overeenkomst (bv. dading of vaststellingsovereenkomst) gebeuren.
De geldigheidvereisten van elke rechtshandeling dienen te worden gerespecteerd: een geldige toestemming (o.m. afwezigheid van wilsgebreken zoals dwang, dwaling of bedrog), bekwaamheid, een bepaald of bepaalbaar voorwerp, een geoorloofde oorzaak. [1673]