ACV

4.1.1. Algemeen

De aard en de omvang van de verplichtingen van werkgever en werknemer worden in de eerste plaats bepaald in de arbeidsovereenkomst zelf.

De arbeidsovereenkomst moet door beide partijen te goeder trouw worden uitgevoerd. [722] Dat impliceert dat de contractpartijen loyaal dienen samen te werken.

In bepaalde situaties kan dat een informatieverplichting met zich meebrengen. [723] Zo kan de werkgever bv. de werknemer verzoeken om de gegevens mee te delen, noodzakelijk voor de berekening van de verschuldigde verplaatsingsvergoeding. [724] Omgekeerd zal de werkgever de werknemer moeten informeren bij een herziening van de polisvoorwaarden van een groepsverzekering tegen invaliditeit. [725]

Hierna zullen we verder ingaan op de verplichtingen van werkgever en werknemer. Bepaalde verplichtingen gelden voor beide partijen. Zo zijn werkgever en werknemer elkaar ‘eerbied en achting’ verschuldigd. [726] Beledigingen aan het adres van de wederpartij kunnen dan ook niet door de beugel, ongeacht of de bestemmeling ervan werkgever [727] of werknemer [728] is. Het door de werkgever (zonder enig concreet bewijsstuk) indienen van een strafklacht wegens diefstal, getuigt eveneens van een manifest gebrek aan respect voor de werknemer. [729] De bepaling bevat eveneens een gebod om tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ‘de welvoeglijkheid en goede zeden’ in acht te nemen en te doen nemen. Zowel ongewenste [730] als gewenste [731] seksuele gedragingen op het werk zijn onverzoenbaar met deze verplichting. Intussen werd een heel arsenaal aan wetgeving uitgewerkt die verdere invulling geeft aan deze verplichtingen, denk maar aan de wetgeving rond preventie van psychosociale risico’s op het werk (waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag) of de regelgeving ter bestrijding van discriminatie.

Laatst aangepast op: 04-07-2024