Er wordt ook voorzien in een minimale vergoeding van 34,5% van het GGMMI en dat zowel voor de werkplek- als de lescomponent.
Er is geen recht op een aanvullende vergoeding en ook niet op een terugbetaling van het woon-werkverkeer vanwege de VDAB. De leerjobber kan wel onder bepaalde voorwaarden een vergoeding van de VDAB ontvangen voor de kosten inzake kinderopvang.
De vergoeding kan ook gecumuleerd worden met een vervangingsinkomen.