De werknemer verliest het recht op het opleidingsverlof:

indien deze de opleiding onderbreekt of opgeeft; het verlies gaat in op de datum van kennisgeving van de onderbreking of de opgave aan de werkgever (dit moet binnen 5 dagen gebeuren) of;
indien deze tijdens het verlof een winstgevende activiteit als zelfstandige of als werknemer uitoefent; het recht gaat verloren voor een periode van 12 maanden die ingaat op de dag waarop de feiten worden vastgesteld of;
indien deze meer dan tweemaal dezelfde cursus of hetzelfde cursusjaar volgt. Tenzij het certificaat telkens niet behaald werd door overmacht. Als er geen overmacht kan worden aangetoond, kan de werknemer de opleiding niet langer volgen via het Vlaams opleidingsverlof.
Wat als de werknemer elders gaat werken?
Anders dan vroeger hebben de regio’s Vlaanderen, Brussel en Wallonië voortaan elk apart de bevoegdheid over het betaald educatief verlof. Tot nu toe heeft enkel Vlaanderen een eigen nieuwe regelgeving: het Vlaams Opleidingsverlof (VOV). In Wallonië en Brussel geldt nog de federale regelgeving rond betaald educatief verlof (BEV). De vestigingseenheid van de onderneming waar e werknemer werkt is bepalend voor welke regionale regelgeving van toepassing zijn.
Er is nog geen samenwerkingsakkoord tussen de regio’s om te zorgen dat een werknemer die een binnen het VOV erkende opleiding is begonnen, die kan verderzetten via BEV wanneer deze in een andere regio wordt tewerkgesteld. Zonder zo’n samenwerkingsakkoord verliest de werknemer het recht op VOV en kan de opleiding niet worden verdergezet. Ook een met BEV gestarte opleiding in een andere regio wordt niet meer automatisch binnen VOV erkend, tenzij het een verderzetting is van een erkend recht dat inging voor 1 januari 2019.