ACV

9.3.3. Voorbeelden [1080]

In de rechtspraak werd het misbruik van ontslagrecht o.m. erkend in volgende situaties:

  • de onmiddellijke afdanking van een directeur aangekondigd in de pers vóór betrokkene er zelf kennis van kreeg en in omstandigheden die zijn eerbaarheid nutteloos in het gedrang brengt [1081];
  • het ontslag waaraan een ongepaste openbaarheid wordt gegeven [1082];
  • het ontslag waarbij aan een bediende van hoge rang plots de toegang tot zijn bureau wordt ontzegd en waarbij bovendien het slot van de deur wordt vervangen. Dit wekt immers twijfel over de eerlijkheid van de werknemer [1083];
  • het ontslag ingegeven door de louter subjectieve vrees voor een toekomstige en onzekere schade omdat de werkneemster tot een bepaalde godsdienst behoort en lange en wijde kleding draagt, terwijl haar geen enkele objectieve fout kan worden verweten [1084];
  • de werkgever die onder dreiging van ontslag wegens dringende reden het ontslag bekomt van de werknemer, pleegt rechtsmisbruik wanneer de feiten onbenullig of zelfs kunstmatig zijn [1085];
  • de opzegging wegens het feit dat de werknemer een auto van een ander merk heeft gekocht dan de werkgever zelf verkoopt en geen ostentatief of uitdagend gebruikmaakt van de auto van het ander merk [1086];
  • afdanken in omstandigheden die van aard zijn twijfel te laten bestaan over de eerlijkheid van de werknemer [1087], eerbaarheid of beroepsbekwaamheid [1088];
  • afdanking als reactie op loonaanspraken van de werknemer [1089];
  • afdanking wegens protest tegen een onwettelijk hoog aantal overuren [1090] of wegens weigering een onwettige overeenkomst te ondertekenen [1091];
  • afdanking nadat de werknemer pas 6 maanden voordien was weggelokt bij een andere werkgever [1092];
  • afdanking als represaille tegen werknemer die rechtzetting van zijn loon eiste, klaagde over zijn arbeidsvoorwaarden of inspectiediensten liet optreden ter onderzoek naar de regelmatigheid van zijn tewerkstelling [1093];
  • het ontslaan van een vakbondsafgevaardigde vlak voor diens bescherming van kracht werd [1094];
  • de verbreking van de arbeidsovereenkomst vlak voor het recht op brugpensioen zou ontstaan [1095];
  • de afdanking van een bediende om hem te vervangen door een RVA-stagiair [1096];
  • overdreven lichtzinnige afdanking om dringende reden wegens zogenaamde oplichting, terwijl de werknemer zelfs niet in zijn verdediging werd gehoord [1097];
  • afdanking van een werknemer zonder naleving van de procedure voorzien in de cao inzake vastheid van betrekking [1098];
  • het ontslag van een werknemer wegens zijn hiv-seropositiviteit [1099]:
  • het ontslag van een kaderlid alleen om het feit dat hij kritiek had op de directie [1100];
  • het ontslag van een werknemer nadat hij ermee gedreigd had de vakbond in te schakelen in een persoonlijk geschil met de werkgever [1101];
  • de afdanking na aanhoudende, grove, doch tevergeefse pogingen om de werknemer zelf tot ontslag te bewegen [1102];
  • het feit dat een werknemer, zonder de werkgever te verwittigen van zijn bedoeling de overeenkomst te beëindigen, de onderneming van de ene dag op de andere verlaat, en dit om in dienst te treden van een andere onderneming [1103];
  • het ontslag kort na een waarschuwing zonder aan de werknemer een voldoende lange periode te laten om de door hem geleverde inspanningen te kunnen aantonen om de situatie te verhelpen [1104];
  • het bruuske karakter van het ontslag, zonder enige voorafgaandelijke verwittiging, met onmiddellijke afgifte van alle bedrijfsgoederen en met overdreven gestrengheid in de ontslagbrief; tevens was het ontslag gebaseerd op opmerkingen uit een verslag opgesteld door een extern consultant, zonder dat de werknemer de kans had gehad zich te verdedigen [1105];
  • de beslissing van de werkgever om de arbeidsovereenkomst eenzijdig te verbreken tijdens een periode van conventionele schorsing (onbetaald verlof van negen maanden), schendt de principes van de bindende kracht en van de uitvoering te goeder trouw van overeenkomsten, en kan beschouwd worden als rechtsmisbruik en een morele schadevergoeding tot gevolg hebben. [1106]
Laatst aangepast op: 04-07-2024