ACV

10.3.3. Represaillebescherming [1202]

10.3.3.1 Melding, klacht of rechtsvordering

Wanneer een melding wordt gedaan, een klacht wordt ingediend of een rechtsvordering wordt ingesteld door of ten voordele van een werknemer wegens een schending van de antidiscriminatiewetten, mag de werkgever geen nadelige maatregel treffen ten aanzien van die persoon, om redenen die verband houden met de melding, de klacht, of de rechtsvordering, of met de inhoud ervan.

Onder ‘melding’, ‘klacht’ of ‘rechtsvordering’ wordt begrepen:

  • een melding gedaan of een klacht die is ingediend bij de onderneming of de instelling die de persoon tewerkstelt;
  • een melding of een aangifte gedaan of een klacht die is ingediend bij de met het toezicht belaste ambtenaren (Inspectie TSW);
  • een melding gedaan of een klacht die is ingediend bij een dienst die toeziet op de handelingen en de werking van administratieve overheden of bestuursinstanties of die optreedt met het oog op de buitengerechtelijke geschillenbehandeling;
  • een melding gedaan of een klacht die is ingediend bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, het Centrum (Unia) of bij een belangenvereniging (bv. een representatieve werknemersorganisatie);
  • een aangifte die is gedaan bij de politiediensten, een klacht met burgerlijke partijstelling die is ingediend bij de onderzoeksrechter, of een kennisgave die is gedaan aan de arbeidsauditeur;
  • een rechtsvordering die is ingesteld door de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft;
  • een rechtsvordering ingesteld ten voordele van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, het Centrum (Unia) of een belangenvereniging (bv. een representatieve werknemersorganisatie);
  • een rechtsvordering ingesteld door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, het Centrum (Unia) of een belangenvereniging (bv. een representatieve werknemersorganisatie) in eigen naam.

Onder ‘nadelige maatregel’ wordt o.m. begrepen: de beëindiging van de arbeidsbetrekking, de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden of de nadelige maatregel getroffen na de beëindiging van de arbeidsbetrekking.

Om de represaillebescherming te genieten, moet de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft, aantonen dat er een melding werd gedaan of een klacht werd ingediend of een rechtsvordering werd ingesteld wegens een inbreuk. Dat bewijs kan met elk rechtsmiddel geleverd worden.

10.3.3.2 Periode omkering bewijslast

Wanneer de werkgever een nadelige maatregel treft ten aanzien van de betrokkene binnen twaalf maanden nadat de werkgever kennis had of redelijkerwijs kennis kon hebben van het indienen van de melding of de klacht, zal hij moeten bewijzen dat de maatregel getroffen wordt om redenen die vreemd zijn aan de melding of de klacht, of de inhoud ervan. Indien een rechtsvordering door of ten voordele van de betrokkene werd ingesteld, wordt de periode van twaalf maanden verlengd tot drie maanden na de dag waarop de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is getreden.

10.3.3.3 Re-integratiemogelijkheid

Wanneer de werkgever de arbeidsbetrekkingen beëindigt of eenzijdig de arbeidsvoorwaarden wijzigt in strijd met voorgaande regels, kan die persoon of, met zijn toestemming het Centrum (Unia) of de belangenvereniging waarbij hij is aangesloten, verzoeken hem opnieuw in de onderneming of de dienst op te nemen of hem zijn functie onder dezelfde voorwaarden als voorheen te laten uitoefenen. Het verzoek wordt gedaan bij een ter post aangetekende brief binnen dertig dagen volgend op de datum van de kennisgeving van de opzegging, van de beëindiging zonder opzegging of van de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De werkgever moet zich binnen dertig dagen volgend op de kennisgeving van het verzoek uitspreken. De werkgever die de persoon opnieuw in de onderneming of in de dienst opneemt of hem zijn functie onder dezelfde voorwaarden als voorheen laat uitoefenen, moet het wegens het ontslag of de wijziging van de arbeidsvoorwaarden gederfde loon betalen alsmede de werkgevers- en werknemersbijdragen op dat loon storten. De re-integratiemogelijkheid geldt niet wanneer de nadelige maatregel wordt getroffen nadat de arbeidsbetrekking een einde heeft genomen.

10.3.3.4 Sanctie

Wanneer de betrokkene na het re-integratieverzoek niet opnieuw wordt opgenomen of zijn functie niet onder dezelfde voorwaarden als voorheen kan uitoefenen en er geoordeeld wordt dat de nadelige maatregel strijdig is met de wet, dan wel wanneer de betrokkene het re-integratieverzoek niet doet en er geoordeeld wordt dat de nadelige maatregel strijdig is met de wet, dan moet de werkgever aan de betrokkene een vergoeding betalen die, naar keuze van die persoon, gelijk is hetzij aan een forfaitair bedrag dat overeenstemt met de brutobeloning voor zes maanden, hetzij aan de werkelijk door de betrokkene geleden (en bewezen) schade.

N.B. Een rechter kan ook, naast de beslissing om de discriminerende handeling te stoppen (bevel tot staking) en het toekennen van een schadevergoeding, opleggen om positieve maatregelen te nemen. Die positieve maatregelen moeten voorkomen dat dezelfde of gelijkaardige discriminerende feiten in de toekomst opnieuw zouden plaatsvinden. [1203] Denk bijvoorbeeld aan het invoeren van een diversiteitsbeleid.

10.3.3.5 Getuigen

De represaillebescherming is eveneens van toepassing op de personen die optreden als getuige of een melding hebben gedaan of een klacht hebben ingediend ten voordele van de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft en op de personen die de persoon op wie de vermeende inbreuk betrekking heeft, raad geven, hulp bieden of bijstaan, alsook op de personen die de schending van de wet opwerpen. De bescherming is eveneens van toepassing op de persoon ten voordele van wie die handelingen gesteld worden.

10.3.3.6 Schriftelijk bewijs melding of klacht

Wanneer een melding wordt gedaan, een klacht wordt ingediend of een rechtsvordering wordt ingesteld, dan kan die persoon daarvan een schriftelijk en gedateerd bewijs vragen bij de organisatie, dienst of instelling bij wie de handeling gesteld wordt.

Dat schriftelijke bewijs, dat is verstrekt door de organisatie, dienst of instelling, bevat de identiteit van de persoon, de ondernomen acties, de datum van de actie en de datum waarop het bewijs werd gevraagd.

Laatst aangepast op: 04-07-2024