ACV

14.1.1. Wat is een technische stoornis?

Uit de arresten van de Raad van State van 21 januari 1969 en het advies van auditeur Lenaerts dat daaraan voorafging kan afgeleid worden wat men bedoelt met ‘technische stoornis’. [658] Het gaat om:

  • een stoornis in de technische uitrusting of activiteit van het bedrijf;
  • die zich in de onderneming voordoet;
  • voor de werkgever een geval van overmacht vormt;
  • en die het verrichten van de bedongen arbeid tijdelijk onmogelijk maakt.

Deze omschrijving vergt enige uitleg. De stoornis die belet dat er kan gewerkt worden, moet noodzakelijk van technische aard zijn. Maar niet elke stoornis van technische aard is een stoornis in de zin van artikel 49 AOW. Het is bovendien vereist dat de stoornis betrekking heeft op de technische werkzaamheid van de onderneming. [659] Zo is bv. het uitvallen van de verwarming in een onderneming in beginsel geen technische stoornis in de zin van artikel 49, hoewel het werken erdoor onmogelijk zou kunnen zijn. Dit uitvallen kan echter wel een technische stoornis zijn in ondernemingen die de warmte als hulpmiddel bij de fabricage gebruiken.

De stoornis moet dus tot de bedrijfsrisico’s van de onderneming behoren. Dit zijn de risico’s waaraan men zich normaal mag verwachten en waarvan de realisatie waarschijnlijk is. Zo zijn stoornissen ten gevolge van natuurrampen geen technische stoornissen in de zin van deze regeling. Wel een machinebreuk of het ontbreken van grondstoffen. Een brand zal meestal een geval van overmacht uitmaken en zal alleen een technische stoornis zijn als brand tot de normale bedrijfsrisico’s behoort. [660] De stoornis moet zich voordoen binnen de onderneming, dat wil zeggen binnen de omheining of in de inrichting waar onder leiding van de werkgever wordt gewerkt.

De technische stoornis moet het voor de werkgever onmogelijk maken de arbeid te laten verrichten. Er moet dus sprake zijn van een ‘vreemde oorzaak’ of overmacht. Het volstaat niet dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst slechts moeilijker zou worden of dat de technische stoornis veroorzaakt werd door een gebrek aan voorzorg of door nalatigheid van de werkgever. De gevolgen van deze overmacht mogen ook alleen van tijdelijke aard zijn, anders is er geen schorsing maar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [661] Het is de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA die inzake een beslissing neemt, eventueel na een controleonderzoek. Deze beslissing is niet tijdsgebonden, doch de RVA zal steeds trachten zo snel mogelijk uitsluitsel te geven.

Laatst aangepast op: 04-07-2023