ACV

4.8.2. Bedienden

4.8.2.1 Bedienden met een gewaarborgd maandloon

De bedienden die een contract van onbepaalde duur hebben of van bepaalde duur van minstens drie maanden of voor een duidelijk omschreven werk van minstens drie maanden, behouden hun loon de eerste dertig dagen van de ongeschiktheid. [390] Eventuele commissielonen worden berekend zoals bij ongeschiktheid wegens ongeval of ziekte van gemeen recht, dus op basis van het gemiddelde van de twaalf maanden voor het begin van de ongeschiktheid (of het gedeelte ervan dat de bediende in dienst was). [391]

4.8.2.2 Bedienden met een gewaarborgd weekloon

De twee genoemde categorieën van bedienden, namelijk die met een contract van bepaalde duur of een duidelijk omschreven werk van minder dan drie maanden, genieten van een regeling die identiek is aan deze die voor werklieden geldt. [392] Afwijkingen zijn er alleen voor wat betreft het gehanteerde loonbegrip en het feit dat artikel 54, § 2 derde en vierde lid en artikel 54, § 3 AOW niet van toepassing zijn.

De andere bepalingen zijn gelijkaardig aan deze die voor werklieden gelden, met name inzake terugvordering, hervallen en het storten van de dagbedragen aan de werkgever tijdens de periode van de loonwaarborg door de arbeidsongevallenverzekeraar of het Fonds voor Beroepsziekten. [393]

Laatst aangepast op: 04-07-2023