Volgens het KB van 28 december 1973 geven de volgende cursussen voor werknemers aanleiding tot de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens sociale promotie [575]:
- de cursussen die georganiseerd worden door een jeugdorganisatie, erkend door de Vlaamse Minister voor Werk en Sociale Economie, na advies van de Nationale Jeugdraad;
- de cursussen die georganiseerd worden door een representatieve werknemersorganisatie;
- de cursussen die georganiseerd worden door één of meer van de organisaties die hiervoor vermeld werden, in samenwerking met werkgevers;
- de cursussen die georganiseerd worden door een organisme, opgericht in de werknemersorganisaties met het oog op de permanente vorming van volwassenen, in zoverre het organisme erkend werd door de Vlaamse Minister voor Werk en Sociale Economie, na advies van de Hoge Raad voor de Volksopleiding.
De cursussen moeten in België gegeven worden en door ten minste vijftien deelnemers bijgewoond worden. [576] Het verlof betreft maximaal tien dagen per jaar (12 dagen in een zesdagenstelsel). De cursusdagen moeten ten minste zes uren cursus omvatten. [577] Deze tijd kan ingedeeld worden in drie uur uiteenzetting en drie uur groepsbespreking. Hij kan tot vijf uur worden herleid wanneer het een zaterdag betreft die onmiddellijk voorafgegaan werd door ten minste twee dagen met zes uren cursus. Het programma moet ten minste vier weken vóór het begin van de leergangen ter goedkeuring aan de Minister van Arbeid en Tewerkstelling voorgelegd worden. Tot 1 oktober 2002 mochten de werknemers de leeftijd van veertig jaar niet bereikt hebben bij het begin van de leergang. [578] Vanaf die datum is de leeftijdsvoorwaarde weggevallen voor de Vlaamse gemeenschap. Voor het Waals gewest geldt de leeftijdsvoorwaarde nog wel. [579]
De werkgever moet het loon niet doorbetalen tijdens de schorsingsperiodes. Wel is er een (beperkte) vergoeding van het Departement Werk en Sociale Economie voorzien die als volgt vastgelegd werd maar zoals eerder vermeld ondertussen werd deze regeling opgeheven vanaf 1 december 2018 [580]:
- voor werknemers die de leeftijd van eenentwintig jaar niet hebben bereikt gedurende het kalenderjaar waarin zij deze cursussen volgen: 8,92 euro of 7,44 euro per dag naargelang de werknemer tewerkgesteld is in een vijf- of zesdagenweek.
De totale vergoeding mag niet hoger zijn dan 89,24 euro per kalenderjaar. Werknemers die behoren tot de Vlaamse Gemeenschap krijgen een hogere vergoeding van 12,00 euro per dag met een maximum van 120 euro per jaar; - voor werknemers die minstens eenentwintig jaar zijn of de leeftijd van eenentwintig jaar bereiken tijdens het kalenderjaar waarin zij deze cursussen volgen: 11,16 euro of 9,30 euro per dag naargelang de werknemer tewerkgesteld is in de vijf- of zesdagenweek.
De totale vergoeding mag niet hoger zijn dan 111,55 euro per kalenderjaar. Werknemers die behoren tot de Vlaamse Gemeenschap krijgen een iets hogere vergoeding van 12,00 euro per dag met een maximum van 120 euro per jaar.
De vergoedingen worden alleen toegekend voor de dagen waarop de werknemer in zijn onderneming gewoonlijk is tewerkgesteld. De bedragen worden ook niet geïndexeerd.