ACV

12.2.5. Aard verjaringstermijn

Art. 15 AOW behelst een verjarings- en geen vervaltermijn. Dit brengt met zich mee dat na het verstrijken van de termijn – ofschoon er geen juridisch afdwingbare verplichting meer bestaat – toch nog een morele verbintenis blijft bestaan. [1642] Komt de schuldenaar na het verstrijken van de verjaringstermijn zijn verbintenis toch nog spontaan na, dan kan hij zich geenszins beroepen op de verjaring om het onverschuldigd karakter van zijn prestatie te bepleiten (met het oog op de terugvordering ervan). [1643]

Zowel werkgever als werknemer kunnen zich op de regel van art. 15 AOW beroepen. [1644] De bepaling raakt de openbare orde niet, zodat de rechter de verjaring krachtens art. 15 AOW niet ambtshalve kan opwerpen. [1645]

Laatst aangepast op: 04-07-2024