ACV

14.3.2. Verschillende stelsels van schorsing wegens economische oorzaken

Artikel 51 bevat drie luiken:

  1. Op advies van een PC of de NAR kan bij KB bepaald worden binnen welke voorwaarden de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken geheel kan worden geschorst of een stelsel van gedeeltelijke arbeid kan worden ingevoerd. [694]
  2. Een suppletoire regeling voor de ondernemingen die niet onder een dergelijk KB vallen. [695]
  3. Een reeks gemeenschappelijke voorwaarden en formaliteiten: zij gelden zowel voor de suppletoire regeling als voor de specifieke regelingen. [696]

14.3.2.1 Specifieke regeling bij KB voor een welbepaalde sector

Op advies van het paritair comité of van de Nationale Arbeidsraad kan dus bij KB een regeling worden uitgevaardigd die kan afwijken van de regels van artikel 51, § 2 mits zij maar aan de voorschriften van § 1 van dit artikel voldoet. Een dergelijke regeling bij KB kan voor de werkman ongunstiger zijn dan de wettelijke. Voor de meeste bedrijfstakken werden in toepassing hiervan KB’s uitgevaardigd. Meestal zijn deze KB’s maar gedurende korte tijd (vaak één jaar) van kracht, maar wordt hun toepassingsduur regelmatig verlengd. [697]

Dat KB moet minstens een regeling bevatten voor volgende punten:

  • de wijze waarop en de termijn waarbinnen de nieuwe arbeidsregeling (dit is de gehele of gedeeltelijke schorsing) ter kennis wordt gebracht;
  • de duur van de nieuwe regeling;
  • het maximumaantal werkloosheidsdagen.

De mededeling van de aanplakking of van de individuele kennisgeving moet de dag zelf van de aanplakking of van de individuele kennisgeving door de werkgever elektronisch worden meegedeeld aan de RVA. [698] Deze mededeling of kennisgeving moet de volgende gegevens vermelden [699]:

  • de datum waarop de volledige schorsing van de overeenkomst of de regeling van gedeeltelijke arbeid zal ingaan en de datum waarop die schorsing of die regeling een einde zal nemen;
  • de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.

De voorafgaande mededeling aan de RVA bevat alleen de voorziene regeling inzake schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet de effectieve data waarop bepaalde werklieden echt werkloos gesteld worden. Met andere woorden: de werkgever deelt de mogelijkheid mee dat de werklieden om economische redenen op bepaalde dagen tijdelijk werkloos gesteld kunnen worden, maar beslist autonoom of dit ook effectief zal gebeuren. Bovendien moet de werkgever meedelen welke de economische redenen zijn die de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of het instellen van een regeling van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen en ofwel de naam, de voornaam en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werklieden, ofwel de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst.

De werkgever die zich bij de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens economische oorzaken op dergelijk KB steunt, moet ook de toepassingsvoorwaarden en formaliteiten inzake verwittiging van de werknemers en de RVA respecteren die vermeld zijn in de paragrafen 2bis tot en met 6 van artikel 51. Dit zijn dwingende toepassingsvoorwaarden die hierna in het wettelijk stelsel worden besproken. Ook de regeling van de loonwaarborg, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de inhaalrust zijn volledig van toepassing. Een opmerkelijk verschil is de maximumduur van de volledige schorsing. In de suppletoire wettelijke regeling is een maximumtermijn van vier opeenvolgende weken voorzien terwijl de wet geen maximumtermijn vaststelt ingeval van sectorale regeling bij KB.

14.3.2.2 Aanvullende wettelijke regeling en gemeenschappelijke bepalingen

Als er in de sector geen specifieke bij KB uitgevaardigde regeling bestaat, geldt er een suppletoire wettelijke regeling. [700] Hierna bespreken we deze aanvullende regeling. Sommige bepalingen over de verwittiging van de werknemers en de RVA gelden echter ook voor de hierboven reeds besproken specifieke regelingen bij KB.

14.3.2.2.1 Duur van de schorsing

Een volledige schorsing kan voor maximum vier weken worden ingevoerd. [701] Wordt die limiet bereikt, dan moet gedurende minstens een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid heringevoerd worden vooraleer een nieuwe volledige of gedeeltelijke schorsing overeenkomstig artikel 51 mogelijk is. [702] Bij KB kan bepaald worden welke situaties met invoering van de regeling van voltijdse arbeid worden gelijkgesteld. [703] Een KB van 3 mei 1999 heeft dat gedaan. [704]

Een regeling van gedeeltelijke arbeid die minder dan drie arbeidsdagen per week (maar minstens één arbeidsdag per week) of minder dan één arbeidsweek per twee weken (maar met minimum twee arbeidsdagen in de week dat er gewerkt wordt) omvat, mag maar maximum drie maanden worden ingevoerd. [705] Bij het bereiken van die limiet moet minstens één volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid heringevoerd worden vooraleer opnieuw volledige of gedeeltelijke schorsing mogelijk is. Na advies van het PC of de NAR kan bij KB van deze regeling afgeweken worden wanneer wegens uitzonderlijke omstandigheden de regeling van gedeeltelijke arbeid onvermijdelijk voor een langere duur dan drie maanden moet worden ingevoerd. [706]

Wanneer de regeling van gedeeltelijke arbeid minstens drie arbeidsdagen per week of één arbeidsweek per twee weken omvat, kan zij worden ingevoerd voor een duur die de drie maanden mag overschrijden. Dit betekent echter niet dat dit voor onbepaalde tijd mag. [707]

14.3.2.2.2 Voorwaarden tot invoering van de schorsing

De regeling mag alleen worden ingevoerd, op voorwaarde van kennisgeving door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen. Deze voorwaarden gelden zowel voor de specifieke als voor de aanvullende regelingen. Deze kennisgeving moet vermelden:

  • ofwel de naam, de voornaam en het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werkloos gestelde werklieden, ofwel de afdeling(en) van de onderneming waar de arbeid wordt geschorst;
  • het aantal werkloosheidsdagen en de data waarop elke werkman werkloos zal zijn;
  • de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst of de regeling van gedeeltelijke arbeid zal ingaan en de datum waarop die schorsing of die regeling zal eindigen.

De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen. Die kennisgeving moet de voormelde gegevens bevatten. [708]

De werkgever is verplicht om dezelfde dag waarop hij de hierboven vermelde aanplakking of kennisgeving doet dit onmiddellijk elektronisch mee te delen aan het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de onderneming gevestigd is. [709] De elektronische mededeling gebeurt door het invullen van een speciaal daarvoor ontworpen elektronisch formulier. [710] De werkgever ontvangt een elektronisch ontvangstbewijs met de datum, de inhoud van de mededeling en een uniek mededelingsnummer dat gebruikt kan worden om ten aanzien van de uitbetalingsinstellingen voor werkloosheidsuitkeringen te bewijzen dat de mededeling werd verricht.

De werkgever vermeldt de economische redenen die de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst of het instellen van een regeling van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen. Deze eerste mededeling aan de RVA bevat alleen de voorziene regeling inzake schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en (nog) niet de effectieve data waarop bepaalde werklieden echt werkloos gesteld worden.

De werkgever is ook verplicht om elektronisch in elke kalendermaand aan de RVA mee te delen voor welke werknemers hij effectief de arbeidsovereenkomst om economische redenen schorst. Dit moet hij doen op de eerste dag van de werkelijke schorsing van de overeenkomst. De werkgever wordt vrijgesteld van deze verplichting als hij die kalendermaand al een aangifte deed voor schorsing wegens technische stoornis of slecht weer voor de betrokken werknemer. [711]

De verplichte elektronische mededelingen mogen worden vervangen door een mededeling bij een ter post aangetekende brief die verzonden wordt aan het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de onderneming gevestigd is, in de volgende gevallen [712]:

  1. De eerste mededeling van een schorsing van de arbeidsovereenkomst.
    Met eerste mededeling bedoelt men dat er in de periode van vierentwintig maanden, gerekend van datum tot datum, voorafgaand aan het tijdstip van de nieuwe mededeling, geen andere mededelingen gebeurd zijn.
  2. De mededeling gebeurt in een periode van vrijstelling van mededeling op elektronische wijze, toegekend door de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA van de plaats waar de onderneming gevestigd is.
    De directeur kent de vrijstelling toe voor een periode van vierentwintig maanden als de werkgever bewijst dat hij niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt om een elektronische mededeling te verzenden. Mits indiening van een nieuwe aanvraag kan het voordeel van deze bepaling opnieuw worden toegekend.
  3. De mededeling kan door technische problemen, waarvan het bewijs wordt toegevoegd in het ter post aangetekend schrijven betreffende de mededeling, niet elektronisch worden verricht.
    De mededeling bij een ter post aangetekende brief moet naast de hogervermelde gegevens die normaal op elektronische wijze moeten worden overgemaakt alleszins ook melding maken van de naam van de werkgever, zijn adres en zijn ondernemingsnummer. Het KB stelt overigens een faxbericht gelijk met een ter post aangetekende brief.

Op de dag van aanplakking of kennisgeving moet de werkgever aan de ondernemingsraad, en als die niet werd opgericht, aan de vakbondsafvaardiging, de economische redenen meedelen die de volledige schorsing of de invoering van een stelsel van gedeeltelijke arbeid rechtvaardigen. [713]

Telkens de werkgever het oorspronkelijk voorziene aantal werkloosheidsdagen verhoogt of van een regeling van gedeeltelijke arbeid overgaat naar een volledige schorsing van de uitvoering van overeenkomst is hij verplicht bovengenoemde voorwaarden te respecteren. [714]

Voor de berekening van de duur van de volledige schorsing of van de regeling van gedeeltelijke arbeid, wordt rekening gehouden met de duur die door de werkgever in zijn kennisgeving aangeduid werd. Maar de werkgever kan aan de uitwerking van de kennisgeving ook een einde maken als hij hiervan door aanplakking of individuele kennisgeving mededeling doet aan de werklieden. Hij moet het werkloosheidsbureau van de RVA dezelfde dag op de hoogte brengen via een elektronische mededeling van die aanplakking of kennisgeving. De werkgever moet dan de normale arbeidsregeling herinvoeren minstens zeven dagen vóór het verstrijken van de oorspronkelijk meegedeelde periodes. [715]

14.3.2.2.3 Loonwaarborg bij wijze van sanctie

Wanneer de werkgever de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schorst of een stelsel van gedeeltelijke arbeid invoert zonder de vereiste formaliteiten te respecteren of wanneer daarbij de gestelde grenzen worden overschreden (zowel bij de specifieke KB’s als bij de aanvullende regeling), moet hij als sanctie het loon uitbetalen. [716] In de andere gevallen heeft de werkman recht op werkloosheidsuitkeringen die soms aangevuld worden via een Fonds voor Bestaanszekerheid. De sanctie van de loonwaarborg houdt in dat de werkgever die de formaliteiten van kennisgeving niet of onjuist toepast aan de betrokken werkman gedurende zeven kalenderdagen het normaal loon moet betalen of een schadevergoeding voor het inkomensverlies overeenstemmend met het loon wanneer de RVA de werkloosheidsperiode niet erkent. [717] De werkgever die de grenzen overschrijdt met betrekking tot de duur van de schorsing of de gedeeltelijke arbeid, moet aan de werkman het normaal loon betalen voor de dagen van werkloosheid die vallen buiten die grenzen. Dat geldt ook voor de werkgever die de datum, vermeld in zijn eigen mededeling, overschrijdt. [718]

De tijdelijk werklozen hebben sinds 1 januari 2015 recht op een dagelijkse werkloosheidsuitkering die gelijk is aan 65% van hun laatste gemiddelde brutodagloon. [719] Sinds 1 januari 2012 heeft de werkman wiens arbeidsovereenkomst geschorst is wegens gebrek aan werk om economische redenen ook recht op een supplement bovenop de werkloosheidsuitkeringen voor elke dag waarop hij vanwege die economische redenen niet heeft kunnen werken. Het minimumbedrag van dit supplement wordt bepaald op 2 euro per dag waarop hij niet heeft kunnen werken. De Koning kan dit supplement verhogen bij een in Ministerraad overlegd besluit. Het supplement moet betaald worden door de werkgever, tenzij de betaling ervan ten laste gelegd wordt van een Fonds voor bestaanszekerheid via een algemeen verbindend verklaarde cao. [720]

14.3.2.2.4 Schorsing wegens economische oorzaken en einde van de arbeidsovereenkomst

De schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens economische oorzaken, schorst het verloop van de opzegging uitgaande van de werkgever. Gedurende deze periode van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid heeft de werknemer zelfs het recht zijn arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen. [721]

14.3.2.2.5 Inhaalrust vooraf opnemen

Net zoals in het geval van de schorsing wegens slecht weer of wegens technische stoornis, is ook hier vereist dat vooraleer deze schorsing of gedeeltelijke arbeid wegens economische oorzaken wordt ingevoerd, de volledige dagen inhaalrust opgenomen werden die noodzakelijk zijn wegens toepassing van de artikelen 16 (zondagsarbeid), 26bis (o.m. overwerk, ploegenarbeid en volcontinu werk), 20bis (piek-en-dalarbeid) van de Arbeidswet en artikel 11 van de Feestdagenwet. [722]

14.3.2.3 Cao 53: verbod op uitbesteding van werk

Tijdens de duur van de gehele of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens economische oorzaken mag de werkgever het werk dat normaal wordt verricht door de werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld, niet aan derden uitbesteden. [723] In geval van niet naleving van het verbod is de werkgever ertoe gehouden het normaal loon te betalen aan zijn werknemer voor de dagen tijdens welke hij aan derden werk heeft uitbesteed dat normaal wordt uitgevoerd door deze werknemer.

Laatst aangepast op: 04-07-2023