ACV

15.4. Inkomen van de bediende

Als de werkgever de hierboven uiteengezette regels en procedures volgt, kan hij overgaan tot een volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst van de bediende. Deze laatste kan dan een beroep doen op de RVA voor een uitkering voor tijdelijke werkloosheid volgens de regels voorzien in het werkloosheidsbesluit. [742] Zonder dieper in detail te gaan komt het erop neer dat de bediende bij tijdelijke werkloosheid een uitkering krijgt van 65% van zijn begrensde [743] brutoloon. Voor deeltijdse bedienden gelden afwijkende regels.

Er wordt geen uitkering betaald voor feestdagen die in een periode van tijdelijke werkloosheid vallen: de bediende heeft dan recht op feestdagenloon lastens de werkgever. Wanneer de bediende arbeidsongeschikt is in een periode van economische werkloosheid zal hij ook geen RVA-uitkeringen krijgen. Voor die dagen krijgt hij eventueel een uitkering van het ziekenfonds.

Ter aanvulling op de werkloosheidsuitkeringen heeft de bediende nog recht op een aanvullende tegemoetkoming van de werkgever. [744] Dit supplement is minstens gelijkwaardig aan het supplement toegekend aan de werklieden van dezelfde werkgever die genieten van werkloosheidsuitkeringen in geval van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst om economische redenen (volgens artikel 51 AOW – zie hierboven). Als er geen dergelijke werklieden in de onderneming zijn, moet het supplement minstens gelijk zijn aan het supplement voorzien door de cao gesloten in het paritair orgaan waaronder de werkgever zou vallen als hij werklieden zou tewerkstellen. [745]

Als er voor de werklieden geen dergelijke cao bestaat, wordt het minimumbedrag van het supplement vastgelegd op 5 euro per dag waarop niet wordt gewerkt. De Commissie Ondernemingsplannen kan ook toestaan dat de werkgever een lager bedrag uitkeert, zonder dat dit lager mag zijn dan 2 euro per dag. De Commissie moet dit unaniem beslissen. De werkgever moet dan bewijzen dat er daadwerkelijk overleg heeft plaatsgevonden met alle bedienden en dat hij over dit punt een akkoord gesloten heeft met alle bedienden in de onderneming.

Het supplement dat de werkgever betaalt, is voor de RSZ een aanvulling op socialezekerheidsuitkeringen en dus vrij van inhoudingen en bijdragen. Fiscaal is de aanvulling sinds 1 januari 2013 onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing van 26,75%.

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    Art. 77/4, § 7 AOW.