ACV

11.3.3. Sanctieregeling

11.3.3.1 Sancties werknemer

Bijzondere regeling outplacement (cao nr. 82)

Indien de werknemer zonder motivering een geldig outplacementaanbod weigert of niet op een geldig aanbod reageert, is de werkgever bevrijd van zijn verplichting om een outplacementbegeleiding aan te bieden. [1577]

De werknemer riskeert bij een onterechte weigering van een geldig outplacementaanbod gesanctioneerd te worden door de RVA bij het aanvragen van werkloosheidsuitkeringen.

De werknemer die werkloos is of wordt wegens omstandigheden afhankelijk van zijn wil kan immers uitgesloten worden van het genot van uitkeringen. Onder ‘werkloosheid wegens omstandigheden afhankelijk van de wil van de werknemer’ wordt o.m. verstaan:

  • het feit als werknemer van 45 jaar of meer te weigeren mee te werken aan of in te gaan op een aanbod tot outplacementbegeleiding georganiseerd door de werkgever, voor zover het aanbod geschiedt op grond van een reglementaire verplichting;
  • het feit als werknemer van 45 jaar of meer, geen outplacementbegeleiding te vragen waarop hij recht heeft in toepassing van artikel 13 van de wet van 5 september 2001, binnen de termijnen en conform de procedure bepaald in cao nr. 82. [1578]

Algemene regeling outplacement

In de huidige stand van de wetgeving wordt geen uitdrukkelijke sanctie voorzien wanneer de werknemer zonder motivering een geldig outplacementaanbod weigert, niet op een geldig aanbod reageert of de werkgever niet in gebreke stelt wanneer deze laatste nalaat een geldig aanbod te doen.

Vanaf 1 januari 2016 verliest de werknemer die verbroken wordt en een geldig outplacementaanbod weigert, wel steeds vier weken loon die door de werkgever kan worden aangerekend op de verbrekingsvergoeding. [1579]

11.3.3.2 Sancties werkgever

Bijzondere regeling outplacement (cao nr. 82)

Ingevolge de zesde staatshervorming is de bevoegdheid om te sanctioneren bij het in gebreke blijven van de werkgever om outplacement aan te bieden, met ingang van 1 januari 2019 overgeheveld naar de gewesten. De werkgever die geen geldig outplacementbegeleiding verschaft, niettegenstaande de werknemer voldaan heeft aan alle procedurele en inhoudelijke voorwaarden, zal voor de werknemer die in een vestigingseenheid in het Vlaamse gewest werkt, een bijdrage van 1.500 euro moeten betalen aan de VDAB. [1580] Bovenop deze bijdrage zal nog een vergoeding van 300 euro komen voor de administratieve en financiële lasten van de VDAB. [1581] In totaal gaat het om een bijdrage van 1.800 euro.

Vóór de zesde staatshervorming oordeelde de rechtspraak dat het ging om een vergoeding die door de werkgever verschuldigd is aan (toen nog) de RVA en niet aan de werknemer. [1582] Eveneens werd geoordeeld dat de werknemer de werkgever niet via gerechtelijke weg kon dwingen om deze boete te betalen aan (toen nog) de RVA. [1583] Wel zou de werknemer een schadevergoeding kunnen vorderen, indien de werkgever zijn verplichtingen inzake outplacement niet is nagekomen. [1584]

Cao nr. 82 werd algemeen verbindend verklaard. De overtreding ervan zal kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete van 10 tot 100 euro (sanctie niveau 1). [1585] De administratieve geldboete kan enkel aan de werkgever zelf worden opgelegd. [1586] De administratieve geldboete wordt vermenigvuldigd met de gerechtelijke opdeciemen (x 6) [1587] en met het aantal betrokken werknemers. [1588] De vermenigvuldigde geldboete mag niet meer dan het honderdvoud van de maximumgeldboete bedragen. [1589]

Algemene regeling

In de huidige stand van de wetgeving wordt geen uitdrukkelijke sanctie voorzien t.a.v. de werkgever die zijn verplichtingen inzake outplacement niet nakomt.

De werkgever die de werknemer verbroken heeft, kan, wanneer hij zelf in gebreke is gebleven, evenwel geen vier weken loon meer inhouden op de verbrekingsvergoeding. Dit zal met name het geval zijn indien:

    1. de werkgever geen aanbod doet;
    2. de werkgever wel outplacement aanbiedt, maar dit aanbod niet geldig is;
    3. de outplacementbegeleiding niet daadwerkelijk wordt uitgevoerd. [1590]
Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Arbh. Luik 15 januari 2010, JTT 2010, 87.