ACV

7.3.4. Voorbeelden [774]

Premies, gratificaties en dertiende maand moeten worden meegerekend indien de werknemer er recht op heeft. Met betrekking tot de eindejaarspremie verduidelijkte het Hof van Cassatie eveneens dat een toekomstige eindejaarspremie die slechts onder bepaalde voorwaarden wordt toegekend, als lopend loon moet worden aanzien, ook al kan de werknemer ten gevolge van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet meer voldoen aan bepaalde van de vereisten die voor de toekenning van de premie zijn gesteld. [775] Een premie is zelfs lopend loon wanneer de arbeidsovereenkomst bepaalt dat “de toekenning ervan geen verplichting met zich meebrengt om het voordeel ook in de toekomst te betalen”. [776]

Het overloon dat betaald wordt voor overuren moeten eveneens in aanmerking worden genomen. [777] Een gedeelte van de rechtspraak stelt als vereiste dat het om op regelmatige basis gepresteerde overuren moet gaan. [778] De toevoeging van deze laatste vereiste is betwistbaar. Met betrekking tot de berekening van het vakantiegeld van de bedienden oordeelde het Hof van Cassatie immers dat de overuren daarbij in aanmerking moeten worden genomen, ongeacht of die overuren frequent werden verricht. [779]

Het enkel, dubbel en eventueel aanvullend [780] vakantiegeld vormen onmiskenbaar voordelen verworven krachtens de overeenkomst. Het enkel vakantiegeld mag echter geen tweemaal worden meegerekend, zodat het, wanneer het reeds in aanmerking kwam als gewoon maandloon, niet ook nog eens afzonderlijk mag worden ingerekend. [781] Het dubbel vakantiegeld van arbeiders wordt betaald via een vakantiekas en niet rechtstreeks door de werkgever. Om die reden meent de arbeidsrechtbank van Charleroi het dubbel vakantiegeld van arbeiders niet te kunnen weerhouden als voordeel verworven krachtens de overeenkomst. [782] Deze visie wordt terecht betwist. [783]

Aanvullende socialezekerheidsvoordelen zoals de met het oog op de vorming van een aanvullend pensioen gestorte werkgeversbijdragen in een groepsverzekering of een pensioenfonds moeten eveneens in aanmerking worden genomen. [784] Het Hof van Cassatie oordeelde in het verleden dat deze patronale bijdragen niet in aanmerking moeten worden genomen wanneer niet voor elke bediende een bepaalbaar voordeel bestaat. [785] Dit standpunt is echter achterhaald sedert de Wet Aanvullende Pensioenen van 6 april 1995 (zgn. Wet-Colla), zelf ondertussen vervangen door de Wet Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003. In een pensioentoezegging met vaste bijdragen zal de werkgeversbijdrage veelal individueel bepaald of bepaalbaar zijn. Ook in een pensioentoezegging met vaste prestaties, zal de waarde van de pensioenrechten in alle gevallen individueel bepaald kunnen worden, ook in geval van financiering door de werkgever met collectieve bijdragen. Daardoor is het steeds mogelijk een geïndividualiseerde werkgeversbijdrage te bepalen die in de opzegvergoeding moet opgenomen worden. [786] Volgens het Hof van Cassatie dient er rekening te worden gehouden met de werkgeversbijdragen in de groepsverzekering, taksen inbegrepen, om het basisloon te bepalen ter berekening van de opzegvergoeding. [787]

Een onkostenvergoeding die ertoe strekt de onkosten terug te betalen die de werknemer gemaakt heeft maar die ten laste van de werkgever zijn, maakt uiteraard geen voordeel uit. Zij wordt echter wel geheel of gedeeltelijk meegerekend in de mate dat ze geen werkelijke kosten dekt en een verdoken loon uitmaakt [788], zelfs wanneer ze fiscaal niet als loon wordt aangegeven. [789] De forfaitaire kostenvergoeding ter dekking van kosten die afzonderlijk nog eens integraal worden terugbetaald, moet derhalve worden meegerekend [790], alsook de forfaitaire kostenvergoeding die gewoon werd verder betaald in de periode van arbeidsongeschiktheid en tijdens andere periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst. [791]

Het toegelaten privégebruik van een firmawagen of van een gsm, laptop, enz. is eveneens een voordeel verworven krachtens de arbeidsovereenkomst. Hierbij moet (ook door de rechter) rekening gehouden worden met de werkelijke waarde van het voordeel, d.i. de besparing voor de werknemer. [792] Irrelevant zijn bijgevolg de fiscale waarde van het privégebruik of de tussen de partijen overeengekomen waarde van het voordeel. [793] Wel relevant zijn elementen als de afschrijvingswaarde van de wagen, de brandstof, de verzekeringen, de wegentaks, de onderhouds- en herstellingskosten, de omvang van het privégebruik, de persoonlijke bijdrage van de werknemer, enz. Wanneer de werkelijke waarde niet met zekerheid kan worden vastgesteld, moet de rechter bij de raming van het voordeel die waarde zo goed mogelijk trachten te benaderen. [794] Een raming zuiver op basis van billijkheid is immers onwettig. [795]

De bedrijfswagen dient tevens te worden opgenomen indien de werknemer op het ogenblik van beëindiging van de arbeidsovereenkomst langdurig ziek was en zijn bedrijfswagen terug ter beschikking had gesteld van de werkgever. De werknemer heeft immers wel degelijk nog recht op deze wagen, alleen is dit recht tijdelijk niet opeisbaar (want opgeschort). [796] Ook indien de werknemer de bedrijfswagen verder mag gebruiken na het einde van de arbeidsovereenkomst, dient het voordeel in principe te worden opgenomen in de basis van de verbrekingsvergoeding, tenzij partijen na de kennisgeving van het ontslag hierover afwijkende afspraken hebben gemaakt. [797] Bij verbreking door de werknemer dient het voordeel niet opgenomen te worden in de berekeningsbasis. [798]

Maaltijdcheques (werkgeversbijdrage), gratis maaltijden of maaltijdvergoedingen worden eveneens beschouwd als een in aanmerking te nemen voordeel. Maaltijdcheques vormen geen variabel loon. De bepaling van de omvang van dit voordeel gebeurt dan ook niet op basis van de tijdens de voorbije twaalf maanden effectief toegekende maaltijdcheques, maar wel op basis van het theoretisch jaarlijks toe te kennen aantal maaltijdcheques, m.n. 365 dagen verminderd met het aantal vrije dagen waarop de werknemer aanspraak kan maken (weekends, feestdagen, vakantie, arbeidsduurvermindering, ...). [799] Ingeval maaltijdvergoedingen worden gegeven wegens werkelijk gemaakte kosten, komen ze niet in aanmerking voor de berekening van de opzegvergoeding. Dit kan bv. het geval zijn voor werknemers die ver van hun woning zijn tewerkgesteld en als gevolg daarvan in een hotel of restaurant een maaltijd moeten gebruiken. [800]

Promotionele kortingsbonnen worden toegekend als tegenprestatie voor de verrichte arbeid en zijn geldig onder bepaalde voorwaarden bij eventuele toekomstige aankopen van goederen door de werknemer. Ze bieden deze laatste een kans op een voordeel. Enkel in de mate dat die kans op een voordeel becijferbaar is als loon, dient ermee rekening te worden gehouden in de basis van de verbrekingsvergoeding. [801]

Ook winstparticipaties zoals aandelenopties en winstaandelen kunnen in aanmerking komen voor de opzegvergoeding. Een uitzondering bestaat evenwel voor de voordelen voortvloeiende uit een participatieplan in de zin van de wet van 22 mei 2001 [802], net als voor zgn. niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in de zin van cao nr. 90. [803]

In de rechtspraak bestaat nog steeds onduidelijkheid over het opnemen van aandelenopties in de berekeningsbasis van de verbrekingsvergoeding. Volgens het Hof van Cassatie vertegenwoordigt de optie een kans op winst en moet ze daarom, in tegenstelling tot de winst gerealiseerd bij het lichten van de optie, als een voordeel verworven krachtens de overeenkomst worden beschouwd. [804] Het Hof liet na zich uit te spreken over de wijze waarop aandelenopties dienen gewaardeerd te worden. Dit is nochtans geen argument om alsnog de opname van de opties in de verbrekingsvergoeding af te wijzen wanneer hun (minimale) waarde niet met zekerheid bepaalbaar is. [805] In dit geval past een raming naar billijkheid, waarbij de fiscale waarderingsregels de nodige inspiratie kunnen bieden. [806]

Expats die tijdelijk in België komen werken of Belgen die tijdelijk in het buitenland gaan werken als expat, ontvangen vaak vergoedingen die bepaalde aan deze tewerkstelling verbonden meeruitgaven dienen te compenseren. De rechtspraak neemt een genuanceerd standpunt in m.b.t. het al dan niet opnemen van deze vergoedingen in de basis van de opzegvergoeding. Uit Cassatierechtspraak kan worden afgeleid dat de bodemrechter steeds in concreto dient na te gaan of en in hoeverre het toegekende bedrag een vergoeding is voor meerkosten die de werknemer werkelijk heeft betaald en die verband houden met zijn tewerkstelling in het ontvangende land. [807] Is dit het geval, dan moet de vergoeding als kostenvergoeding uitgesloten worden uit de berekeningsbasis. Heeft de vergoeding daarentegen eerder een motiverende bedoeling, dan betreft het wel loon dat moet worden meegerekend.

Ook voordelen toegekend door derden kunnen weerhouden worden als voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst. Ter illustratie kan o.m. verwezen worden naar de gratis vliegtickets toegekend aan het vliegend personeel van luchtvaartmaatschappijen [808], net als naar het door het cliënteel betaalde drinkgeld. [809] Ook “phantom shares” toegekend door het moederbedrijf van de werkgever kunnen beschouwd worden als voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst. Het feit dat het voordeel wordt toegekend door een derde vreemd aan de arbeidsovereenkomst, sluit op zich niet uit dat het voordeel wordt toegekend als tegenprestatie van arbeid in uitvoering van de arbeidsovereenkomst en bijgevolg loon uitmaakt in de zin van art. 39 AOW. [810]

Het niet-opgebruikt saldo van het individueel opleidingsrecht wordt eveneens opgenomen in de basis van de verbrekingsvergoeding als voordeel verworven krachtens de arbeidsovereenkomst. Er is evenwel niet duidelijk bepaald hoe dat voordeel moet gewaardeerd worden. [811]

Laatst aangepast op: 04-07-2024