De outplacementbegeleiding mag slechts van start gaan mits de werknemer daartoe voorafgaandelijk en schriftelijk zijn instemming heeft gegeven. [1526] Ingeval het outplacement gekoppeld wordt aan een ontslag, mag de werknemer pas na de kennisgeving van het ontslag zijn instemming geven om de outplacementbegeleiding aan te vatten. [1527] De werknemer die in deze omstandigheden zijn instemming geeft, moet te goeder trouw meewerken aan de uitvoering van het programma. [1528]
De geschreven outplacementovereenkomst mag uitsluitend betrekking hebben op het outplacement (en dus niet vervat zijn in een ruimere overeenkomst); ze moet de volgende gegevens vermelden: de aanvangsdatum van de begeleiding; de aard ervan (individueel of in groep); de naam van het outplacementbureau; het programma van de werknemer tijdens de outplacementbegeleiding. [1529]
Luidens het Vlaams decreet op de private arbeidsbemiddeling dient de overeenkomst eveneens te verwijzen naar de plaats waar het outplacement zal doorgaan, net als naar de duur ervan en de eventuele opname van persoonsgegevens in een geautomatiseerd bestand van het outplacementbureau. [1530]