De werknemer kan aanspraak maken op occasioneel telewerk wegens overmacht of persoonlijke redenen waardoor hij zijn werkzaamheden niet op de bedrijfslocatie van de werkgever kan uitvoeren, voor zover hij een functie en/of activiteit uitvoert die verenigbaar is met occasioneel telewerk. [402]
Onder ‘overmacht’ wordt verstaan: situaties waarbij de werknemer wegens onvoorziene omstandigheden en onafhankelijk van zijn wil zijn prestaties niet kan verrichten op de normale arbeidsplaats. Voorbeelden zijn o.a. een onverwachte treinstaking of autopech. [403]
De wetgever heeft het niet wenselijk geacht de notie ‘persoonlijke redenen’ nader te omschrijven. Aangezien het occasioneel telewerk enkel mogelijk is op voorwaarde van akkoord van de werkgever, wordt de verdere invulling van de persoonlijke redenen aan de werkgever en de werknemer overgelaten. Voorbeelden zijn o.a. het bezoek aan een arts of tandarts die moeilijk kunnen gebeuren buiten de gewone arbeidstijd, het vervullen van administratieve formaliteiten waar een aanwezigheid in persoon vereist is, het bezoek van een technicus, … [404]
Zowel voor de situatie van overmacht als bij de aanwezigheid van persoonlijke redenen geldt als voorwaarde dat de functie en/of de activiteit van de werknemer van dien aard moeten zijn dat zij verzoenbaar zijn met telewerk. [405]
De werknemer vraagt het occasioneel telewerk voorafgaandelijk en binnen een redelijke termijn aan bij zijn werkgever met opgave van de redenen. [406] In geval van overmacht kan die termijn zeer kort zijn en zou de werknemer zijn werkgever bv. telefonisch of via mail kunnen verwittigen wanneer de gebeurtenis zich voordoet. In geval van een gepland bezoek aan een arts of tandarts, of een gepland bezoek van een installateur, zal de werknemer die aanvraag langer op voorhand kunnen doen. [407]
De werkgever die niet wenst in te gaan op deze aanvraag, brengt zijn redenen zo snel mogelijk schriftelijk ter kennis van de werknemer. [408] De werknemer heeft dus geen absoluut recht op occasioneel telewerk. De werkgever kan de aanvraag immers weigeren om redenen die bv. verband kunnen houden met de noodwendigheden inzake de werking van de dienst of de onderneming (zoals een vergadering waarbij de aanwezigheid van de werknemer absoluut noodzakelijk is) of met het oneigenlijk gebruik van die mogelijkheid (zoals het buitensporig aanvragen van occasioneel telewerk). De werkgever brengt die redenen zo snel mogelijk schriftelijk ter kennis van de werknemer. Dat kan zowel op papier als elektronisch. [409]