ACV

4.3.3. Taalwet bestuurszaken

De Taalwet Bestuurszaken geldt voor de private nijverheids-, handels- of financiënbedrijven met exploitatiezetel in Brussel-Hoofdstad, [918] het Duitse taalgebied, [919] of de faciliteitengemeenten. [920] Het feit dat de enige toegang tot het bedrijf in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is gelegen, verantwoordt de beslissing dat ook de exploitatiezetel daar gelegen is. [921]

Voor het personeel dat afhangt van een exploitatiezetel in Brussel, moeten de akten en bescheiden die wettelijk of reglementair zijn voorgeschreven, en de akten en bescheiden die bestemd zijn voor het personeel, in het Nederlands worden gesteld voor het Nederlandssprekend personeel en in het Frans voor het Franssprekend personeel. [922] Volgens het Antwerpse arbeidshof geldt een weerlegbaar vermoeden dat de taal van de regio waar de werknemer woont, tevens diens voertaal is. [923] Ligt de exploitatiezetel in het Duitse taalgebied, dan moeten volgens dezelfde regels van de Taalwet Bestuurszaken de akten en bescheiden in het Duits worden gesteld. Voor de faciliteitengemeenten is de te gebruiken taal die van het taalgebied waartoe de gemeente behoort. Vertalingen mogen worden bijgevoegd zo de samenstelling van het personeel dat rechtvaardigt. [924]

Als sanctie voorziet deze taalwet de niet-tegenstelbaarheid van onjuiste stukken. De stukken moeten vervangen worden door een vertaling. Deze vertaling wordt geacht retroactief in de plaats te komen van het oorspronkelijke stuk. [925] Het akkoord of een nieuwe handtekening van de werknemer (bij overeenkomsten in de verkeerde taal) is daarbij niet vereist. [926]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Eupen, Eynatten, Hauset, Hergenrath, Kalmis, Kettenis, Lontzen, Neu-Moresnet, Raeren, Walhorn, Amel, Bullingen, Butgenbach, Crombach, Elsenborn, Heppenbach, Lommersweiler, Manderfeld, Meyerode, Recht, Reuland, Rocherath, Sankt-Vith, Schoenberg en Thommen.