ACV

4.2.1. Aansprakelijkheid van de werknemer

4.2.1.1 Algemeen

In het aansprakelijkheidsrecht is de persoon die door zijn fout (daad, nalatigheid of onvoorzichtigheid) schade veroorzaakt aan een ander, ertoe gehouden die schade te vergoeden. De aansprakelijkheid komt m.a.w. in het gedrang zo er sprake is van een fout, schade en een oorzakelijk verband tussen beide. [821] Aangezien de werknemer bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst een verhoogd aansprakelijkheidsrisico loopt, heeft de wetgever het billijk geacht in art. 18 AOW een afwijkend aansprakelijkheidsregime uit te werken. [822]

4.2.1.2 Aansprakelijkheidsbeperking (art. 18 AOW)

4.2.1.2.1 Principe en aard beperking

Indien de werknemer bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst schade berokkent aan de werkgever of derden, dan is hij enkel (burgerrechtelijk) aansprakelijk voor die schade die het gevolg is van bedrog, een zware fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout. [823]

Op straffe van nietigheid mag van deze beperkende aansprakelijkheidsregeling niet worden afgeweken, tenzij die bij cao algemeen verbindend is verklaard en dan alleen wat de aansprakelijkheid betreft tegenover de werkgever. [824] De aansprakelijkheidsregeling is van dwingend recht ten voordele van de werknemer. [825] Daarmee strijdige clausules zijn nietig (zie 3.5.9 Aansprakelijkheidsbeding), o.m.:

  • de door de werknemer ondertekende schriftelijke erkenning van zijn aansprakelijkheid; [826]
  • de dienstnota volgens dewelke de werknemer maandelijks voor 30% deelt in het verlies van de afdeling; [827]
  • de bepaling van de arbeidsovereenkomst die de werknemer verantwoordelijk stelt voor financiële tekorten of kastekorten; [828]
  • het beding waarbij de werknemer automatisch aansprakelijk wordt gesteld voor schade aan de bedrijfswagen door nalatigheid in onderhoud. [829]
4.2.1.2.2 Toepassingsvoorwaarden
4.2.1.2.2.1 Werknemer

Elke persoon die tewerkgesteld wordt op grond van een arbeidsovereenkomst kan zich beroepen op art. 18 AOW. Dat geldt ook voor ziekenhuisartsen (met een werknemersstatuut), zelfs voor schade voortvloeiende uit de uitoefening van de geneeskunde in de strikte zin. [830] De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de journalist voor schade die voortvloeit uit zijn literaire werken wordt beheerst door art. 25 GW: de uitgever, de drukker of de verspreider kunnen niet vervolgd worden wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft; deze laatste zal bijgevolg zelf aansprakelijk zijn voor de geringste fout, ook wanneer hij zijn stukken schrijft als werknemer. [831] In tegenstelling tot de werkgever zelf en diens lasthebbers [832], kan de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering van de werknemer zich wel op art. 18 AOW beroepen. [833] Andere onder gezag werkende personen (dan werknemers) kunnen zich vaak op soortgelijke regelingen beroepen. [834]

4.2.1.2.2.2 Uitvoering van de arbeidsovereenkomst

De aansprakelijkheidsbeperking voor werknemers geldt enkel voor schade veroorzaakt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Het Hof van Cassatie geeft een ruime invulling aan deze vereiste: het volstaat dat de fout begaan is binnen het kader en tijdens de duur van de functies van de werknemer en dat ze daar, rechtstreeks of onrechtstreeks, verband mee houdt (cf. notie ‘in de bediening’ van zijn werkgever in art. 1384, 3e lid BW). [835]

Zo zal de aansprakelijkheidsbeperking gelden wanneer de werknemer:

  • zich er contractueel toe verbonden heeft gelden [836] of bedrijfsgoederen [837] van de werkgever thuis te bewaren en hij bij dit bewaren een fout begaat;
  • een ongeval met de bedrijfswagen heeft op de weg van het werk naar huis, [838] op voorwaarde tenminste dat het geen verplaatsing betreft tussen zijn woonplaats en de vaste werkplaats; [839]
  • een fout maakt die gedeeltelijk buitencontractueel van aard is (m.n. gebrekkig onderhoud van de bedrijfswagen), en die resulteert in ernstige motorschade. [840]

De verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt niet wanneer de werknemer privé gebruikmaakt van bedrijfsgoederen, noch wanneer hij gebruikmaakt van zijn loon (bv. toegelaten privégebruik van de bedrijfswagen). [841] Art. 18 AOW geldt evenmin indien de schade veroorzaakt werd door een fout vóór de uitvoering van de arbeidsovereenkomst een aanvang nam [842] of nadat de arbeidsovereenkomst geëindigd was. [843]

4.2.1.2.2.3 Gekwalificeerde fout

A Algemeen

Voor schade veroorzaakt aan de werkgever of derden bij de uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan de werknemer enkel (burgerrechtelijk) aansprakelijk worden gesteld, zo de schade het gevolg is van een gekwalificeerde fout:

  • bedrog;
  • een zware fout;
  • of een gewoonlijk voorkomende lichte fout. [844]

De begrippen dienen door de rechter steeds in concreto te worden beoordeeld. Zo zal rekening gehouden moeten worden met de functie, hoedanigheid en verantwoordelijkheden van de werknemer, de activiteit en het profiel van de onderneming, en de omstandigheden waarin de fout werd begaan. [845]

B Bedrog

Bedrog heeft betrekking op een opzettelijke fout, d.i. een wetens en willens miskennen van een verplichting waartoe de werknemer gehouden is op grond van de algemene zorgvuldigheidsnorm of van een contractuele, buitencontractuele of wettelijke norm die een welomschreven verbod of gebod inhoudt. Bv. het opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel aan de werkgever, bij diefstal of opzettelijke beschadiging of vernieling van goederen die aan de onderneming toebehoren, [846] bij vrijwillige brandstichting, enz. De werkgever die een werknemer aansprakelijk meent te kunnen stellen wegens bedrog, zal het opzet moeten bewijzen. [847] Het Hof van Cassatie lijkt in een arrest uit 2014 de notie ‘bedrog’ enigszins verengd te hebben. Volgens het Hof is er pas sprake van bedrog wanneer de schadeverwekker niet enkel het feit heeft willen veroorzaken waaruit de schade voortvloeit, maar ook de schadelijke gevolgen ervan. [848]

C Zware fout

Een zware fout betreft een onopzettelijke fout die zo grof en buitenmatig is dat zij in hoofde van degene die ze begaat, niet te verontschuldigen is. [849] Een belangrijk beoordelingselement is de waarschijnlijkheid van de schade: van een zware fout is duidelijk sprake wanneer de dader als redelijke burger had moeten weten dat zijn handeling schade zou berokkenen. [850] De omvang van de schade is op zich niet relevant voor de kwalificatie als zware fout. [851]

Het gegeven dat een fout geen dringende reden voor ontslag vormt, belet niet dat ze in bepaalde omstandigheden toch als een zware fout in de zin van art. 18 AOW kan worden aanzien; [852] omgekeerd is een dringende reden niet noodzakelijk een zware fout. [853]

Ook de strafrechtelijke sanctioneerbaarheid van een fout, betekent niet noodzakelijk dat ze dient bestempeld te worden als een zware fout in de zin van het art. 18 AOW, [854] zelfs niet als het gaat om een zware verkeersovertreding gaat. [855]

Voorbeelden:

  • Werd niet als zware fout bestempeld: het niet in acht nemen van de voorrang van rechts; [856] de met reiskoffers geladen wagen van de werkgever ‘s nachts op de openbare weg laten staan; [857] de toegelaten maximumsnelheid op de autosnelweg overschrijden met 20 km/u als gevolg van een beoordelingsfout; [858] in volle duisternis een achterwaartse rijbeweging uitvoeren in een opslagplaats. [859]
  • Werd wel als zware fout beschouwd: het negeren van rode verkeerslichten; [860] het uitvoeren van een gevaarlijk inhaalmanoeuvre met een ongeval tot gevolg; [861] in uitgesproken staat van dronkenschap, roekeloos en met overdreven snelheid rijden en daardoor een ongeval veroorzaken; [862] het onbeheerd achterlaten van een nieuwe laptop en dito fototoestel in een wagen, geparkeerd in centrum Brussel, [863] arbeidsgereedschappen laten ontvreemden en dat pas een maand later meedelen aan de werkgever; [864] het gedurende 9 maanden verzwijgen van een inventaristekort; [865] met een vrachtwagen een tunnel inrijden die minder hoog is dan dit voertuig (met ernstige beschadiging van de bovenbouw tot gevolg). [866]

D Gewoonlijk voorkomende lichte fout

De gewoonlijk voorkomende lichte fout is de lichte fout die zich bij herhaling voordoet en wijst op een zekere ingesteldheid in hoofde van de werknemer (gebrek aan beroepsernst, aan respect voor de goederen van de werkgever, …). [867] De fouten moeten niet identiek zijn, alhoewel ze niet al te zeer van elkaar mogen verschillen; het is vooral van belang dat ze voortvloeien uit eenzelfde attitude. [868] De fouten moeten begaan zijn binnen een relatief korte tijdspanne, zodat ze niet enkel door het toeval kunnen worden verklaard. [869]

Voorbeelden:

  • Een louter kas- of stocktekort brengt de aansprakelijkheid van de werknemer niet in het gedrang. Slechts als wordt aangetoond dat de werknemer bedrog pleegde, een zware fout of een herhaalde lichte fout beging, kan de werknemer worden aangesproken tot herstel van de schade. [870]
  • De werknemer die enkele lichte fouten maakt die het gevolg blijken van een gebrek aan begeleiding en een onjuiste evaluatie door de werkgever, is niet aansprakelijk. [871]
  • Een werknemer wiens dagtaak erin bestaat bestellingen uit te voeren en die zich met de auto van de ene naar de andere plaats dient te begeven om zijn bestelling af te geven en dan opnieuw vertrekt, begaat een gewoonlijk voorkomende lichte fout wanneer hij tijdens de uitvoering van dat werk in het volle stadscentrum niet telkens zijn auto afsluit, niet de sleutels van het contact wegneemt en evenmin het benzineafsluitsysteem in werking stelt dat met een eenvoudige handeling is te bedienen. [872]
  • Het laattijdige aangeven van een gering schadegeval kan als een lichte fout aanzien worden. Dergelijke nalatigheid kan in geval van herhaling bijgevolg aanleiding geven tot aansprakelijkheid van de werknemer. [873]

4.2.1.3 Specifieke regelingen

De werknemer die een arbeidsongeval veroorzaakt bij een collega kan burgerrechtelijk niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade, tenzij wanneer er sprake is van opzet, schade aan goederen, schade voortvloeiende uit een ongeval van of naar het werk, of schade als gevolg van een verkeersongeval op de openbare weg. [874]

In een aantal gevallen wordt de werknemer juridisch verantwoordelijk geacht voor de schade veroorzaakt door personen of dieren waarop hij toezicht houdt: [875]

  • Zo zal de onderwijzer aansprakelijk zijn voor de schade aangericht door leerlingen gedurende de tijd dat zij onder zijn toezicht staan. [876] Hetzelfde geldt voor de werknemer die schadeveroorzakende dieren onder zijn toezicht heeft. In beide gevallen kan de werknemer aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen door het bewijs te leveren van de afwezigheid van bedrog, een zware fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout. [877] Deze regeling wijkt slechts af van art. 18 AOW in de mate dat de bewijslast hier bij de werknemer komt te liggen.
  • Geheel anders is de situatie van de werknemer wiens minderjarige kinderen schade berokkenen aan de werkgever (bv. door het interieur van de bedrijfswagen te beschilderen of bedrijfsmeubilair spelenderwijs te beschadigen). De betrokken ouder kan in dit geval enkel aan zijn aansprakelijkheid ontsnappen door het bewijs te leveren dat hij geen fouten heeft gemaakt in de opvoeding van en het toezicht op het kind dat de schade heeft veroorzaakt. Art. 18 AOW speelt in dit geval niet. [878]

De werknemer is niet aansprakelijk voor beschadigingen of sleet toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van goederen van de werkgever, noch voor het toevallig verlies ervan. [879]

De gebrekkige uitvoering van het werk ten gevolge van gebreken in de door de werkgever geleverde grondstoffen, gegevens, gereedschappen of apparatuur kan in geen geval als een fout in hoofde van de werknemer worden aanzien. [880] Evenmin kan de werkgever zich nog op een fout van de werknemer beroepen nadat hij een (gebrekkig) werk in ontvangst heeft genomen. [881]

4.2.1.4 Inhoudingen op loon

De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem krachtens art. 18 AOW verschuldigd zijn en die na de feiten met de werknemer zijn overeengekomen [882] of door de rechter vastgesteld, op het loon inhouden. [883] Vereist is wel dat het bestaan en de omvang van de schadevergoedingsplicht vaststaan. Dat kan het gevolg zijn van een gerechtelijke uitspraak of van een akkoord tussen de betrokken partijen. [884]

Vakantiegeld wordt in deze context niet als loon aanzien. [885] Bijgevolg zullen inhoudingen op dit vakantiegeld niet moeten voldoen aan de hierboven beschreven principes. Wel zal een wettelijke schuldvergelijking slechts mogelijk zijn als de schuld zeker en vaststaand is. [886]

Bij het uitvoeren van de looninhouding zal de werkgever rekening moeten houden met de voorwaarden voorzien in art. 23 van de Loonbeschermingswet: [887] het totaal van de inhoudingen mag niet meer bedragen dan 20% van het bij elke uitbetaling verschuldigde nettoloon. De werkgever die meer inhoudt, moet het verschil terugbetalen aan de werknemer. [888] Deze beperking geldt niet bij bedrog van de werknemer. [889]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Arbh. Antwerpen 21 maart 2011, AR nr. 2010/AA/101, onuitg.