Voor de nieuwe regels inzake samenloop van jaarlijkse vakantie en arbeidsongeschiktheid, zie hoofdstuk 1.2.
Wat betreft de samenloop van ziekte en collectieve vakantie voor bedienden bestaat er al jaren discussie. Werkgevers en het Riziv verwijzen vaak naar artikel 56 AOW, van toepassing bij een samenloop van ziekte en collectieve vakantie bij arbeiders. Daarin is namelijk bepaald dat een arbeider enkel recht heeft op het normale loon voor de dagen van gewone activiteit waarvoor hij aanspraak had kunnen maken op loon, als hij niet in de onmogelijkheid had verkeerd om te werken. Dit artikel is echter enkel van toepassing op arbeiders. Als de arbeider op het moment van de collectieve vakantie niet ziek is, krijgt hij een inkomen van de vakantiekas en niet van de werkgever. Dat is niet het geval voor bedienden, die op dat moment echter ook gewoon worden doorbetaald door hun werkgever.