De zwangere werkneemster heeft het recht om, met behoud van loon, van het werk afwezig te zijn om zwangerschapsonderzoeken te kunnen ondergaan wanneer die niet kunnen plaatsvinden buiten de arbeidsuren.^[396] Dit recht werd ingevoerd^[397] om te beantwoorden aan de Europese wetgeving.^[398]Het recht is gekoppeld aan enkele voorwaarden:

De werkneemster moet de werkgever op de hoogte hebben gebracht van haar zwangerschap.
Het moet gaan om een zwangerschapsonderzoek, dus een prenataal geneeskundig onderzoek. Voor andere medische onderzoeken is er met andere woorden geen recht op betaalde afwezigheid.
Om gerechtigd te zijn op loon, moet de werkneemster de werkgever vooraf op de hoogte stellen van haar afwezigheid.^[399] Het volstaat dus niet om de werkgever op de hoogte te stellen van de zwangerschap, hij moet telkens vooraf verwittigd worden van de afwezigheid. Op welke wijze dit moet gebeuren is niet bepaald, het zou dus ook mondeling kunnen.^[400]
De zwangere werkneemster moet een medisch attest aan de werkgever voorleggen als een cao of het arbeidsreglement dat voorschrijven of wanneer de werkgever er om vraagt.^[401]

Er is geen beperking aan het aantal keren dat een zwangere vrouw afwezig mag zijn van het werk noch aan de duur ervan. Toch heeft zij niet het recht systematisch afwezig te zijn voor elk onderzoek. Het gaat alleen om een recht op afwezigheid als het werkelijk onmogelijk is het onderzoek buiten de arbeidsuren te laten plaatsvinden.^[402]

Het is een recht om de nodige tijd afwezig te blijven van het werk voor het zwangerschapsonderzoek. In principe zal de afwezigheid geen volledige dag in beslag nemen. Het resterend gedeelte van de dag zou dus nog aan het werk besteed kunnen worden. De werkneemster kan bv. voordat zij het werk begint eerst naar de dokter gaan of het werk eerder verlaten om naar haar dokter te gaan. Wanneer het om een onderzoek gaat dat maar even duurt en geen arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, moet de vrouw het werk daarna meteen hernemen. Als het onderzoek alleen in de namiddag plaatsvindt, zal de vrouw zo mogelijk het werk ‘s morgens moeten starten.

Tijdens haar afwezigheid behoudt de werkneemster haar normaal loon. Voor arbeidsters betekent dit dan dat dit loon conform artikel 56 AOW berekend wordt zoals het loon voor een feestdag. De werkneemster heeft dan alleen recht op loon voor de dagen van gewone activiteit waarvoor ze aanspraak had kunnen maken op loon als ze niet in de onmogelijkheid was geweest om te werken. Sommigen menen dat dit ook voor bedienden geldt.^[403] Anderen betwisten dit.^[404]