ACV

5.3.2. Dringende redenen in hoofde van de werknemer

5.3.2.1 Ongerechtvaardigde afwezigheid

Eén of zelfs enkele dagen ongerechtvaardigde afwezigheid maken meestal op zichzelf geen dringende reden uit. [485] Toch kunnen herhaalde korte ongerechtvaardigde afwezigheden of bijzondere omstandigheden bij een korte ongerechtvaardigde afwezigheid, een dringende reden uitmaken. [486] Dit is bv. het geval na duidelijke voorafgaande waarschuwing(en) door de werkgever [487], of als de werknemer er vooraf van werd verwittigd dat hij aanwezig diende te zijn en bv. geen vakantie kon nemen op bepaalde dagen. [488] Alhoewel bepaalde rechtspraak stelt dat een langdurige ongerechtvaardigde afwezigheid op zich een dringende reden uitmaakt [489], zal de werkgever zich in principe eerst moeten vergewissen van de reden van de afwezigheid alvorens een dringende reden te kunnen inroepen. [490]

5.3.2.2 Arbeidsongeschiktheid [491]

Op zich maakt het niet of laattijdig verwittigen van een arbeidsongeschiktheid geen dringende reden uit. [492] Het meedelen van een arbeidsongeschiktheid via een Whatsapp-bericht, terwijl het arbeidsreglement bepaalt dat de werkgever telefonisch op de hoogte moet worden gebracht, vormt geen dringende reden. [493] Hetzelfde geldt voor het niet of laattijdig overhandigen van een geneeskundig getuigschrift. [494] Indien bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, kan dit toch het geval zijn, bv. in geval van opzet of bedrog. [495] De AOW voorziet trouwens een eigen sanctie bij het niet naleven van bedoelde verplichtingen. In dat geval is geen gewaarborgd loon verschuldigd voor de dagen die aan de verwittiging of het overhandigen van het medisch attest voorafgaan. [496]

Ook het zich onttrekken aan de medische controle maakt op zich geen dringende reden uit. [497] De herhaalde weigering van geneeskundige controle in geval van arbeidsongeschiktheid, kan daarentegen wel een dringende reden uitmaken. [498] Dit is tevens het geval wanneer de onttrekking opzettelijk gebeurt. [499] De AOW voorziet ook hier een eigen sanctie; er is dan geen gewaarborgd loon verschuldigd voor de dagen voorafgaand aan de controle. [500]

Het uitoefenen van andere activiteiten tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid (hetzij van professionele aard, hetzij in de privésfeer) maakt op zich geen dringende reden uit. De werknemer is immers enkel in de onmogelijkheid om wegens ziekte of ongeval de overeengekomen arbeid uit te oefenen, wat de uitoefening van andere activiteiten niet noodzakelijk verhindert. [501] Toch kan er sprake zijn van een dringende reden, indien daardoor valsheid aan het licht gebracht wordt, de genezing erdoor kan vertraagd worden of de ongeschiktheid verergerd wordt. [502] Dit is bv. het geval voor een werknemer die een vermoeiende en uitputtende reis onderneemt tijdens de arbeidsongeschiktheid. [503] Anderzijds kan een werknemer die afwezig is wegens een depressie wel deelnemen aan een joggingwedstrijd, aangezien dit het genezingsproces zou kunnen bevorderen. [504] Ook het ontslag om dringende reden van een magazijnier wegens de beperkte nevenactiviteit van kapper en zaakvoerder van een kapperssalon tijdens een periode van afwezigheid wegens ziekte werd niet aanvaard. Er werd door de werkgever niet bewezen dat deze nevenactiviteit de afwezigheid wegens ziekte tegenspreekt, hoewel deze wel strijdig is met een exclusiviteitsbeding. [505]

Een ontslag om dringende reden is tevens mogelijk zo de werknemer tijdens de arbeidsongeschiktheid concurrerende activiteiten uitoefent (zie 5.3.2.3. Alternatieve beroepsactiviteiten).

5.3.2.3 Alternatieve beroepsactiviteiten

Het uitvoeren van alternatieve beroepsactiviteiten is in principe niet verboden. [506] Ook het contact opnemen met een concurrerende onderneming met het oog op het sluiten van een arbeidsovereenkomst, kan op zich geen dringende reden vormen, nu de werknemer in dat geval enkel gebruikmaakt van het onvervreemdbaar recht om een andere betrekking te zoeken. [507]

Wel zal de werknemer zich moeten onthouden van het ontplooien van concurrerende activiteiten. Dit is immers in strijd met het principe dat overeenkomsten te goeder trouw dienen uitgevoerd te worden en kan een dringende reden vormen. [508] Het loutere voornemen om een concurrerende activiteit te beginnen, maakt nog geen dringende reden uit. [509] Het daadwerkelijk uitoefenen van een concurrerende activiteit wordt – zolang de arbeidsovereenkomst bestaat [510] – meestal wel als een dringende reden beschouwd. [511] Hetzelfde geldt overigens voor de oprichting van een concurrerende onderneming, [512] het bezitten van de hoedanigheid van hoofdaandeelhouder in een bestaande, actieve en concurrerende bvba [513], het als zelfstandige beconcurreren van zijn werkgever [514], het uitoefenen van alternatieve beroepsactiviteiten die weliswaar niet concurreren met de huidige activiteiten van de werkgever, maar er wel complementair aan zijn en waarvoor de werkgever overigens concrete plannen had om ze zelf ook te gaan ontplooien [515], het overmaken van vertrouwelijke informatie over de onderneming zoals het overmaken van facturen aan een concurrent. [516] De verklaring tegenover een klant van de werkgever dat een concurrerende firma beter werkte, is weliswaar foutief, maar niet voldoende ernstig om een dringende reden te rechtvaardigen, nu niet bewezen is dat de werknemer enige daad van concurrentie heeft begaan, noch dat de werknemer de bedoeling had dat de klant zou overstappen. [517] De talrijke telefoongesprekken die een commercieel medewerkster verzekeringen tijdens de werkuren had gevoerd met de concurrentie, zonder professionele rechtvaardiging en op kosten van de werkgever, vormen een fout die evenwel niet ernstig genoeg bevonden werd om een verbreking wegens dringende reden te rechtvaardigen. [518]

Soms verbindt een werknemer zich ertoe om geen enkele bijkomende activiteit uit te oefenen (exclusiviteitsbeding). Dergelijke clausules zijn slechts geldig zo ze concurrerende activiteiten beogen of activiteiten die de correcte uitvoering van de overeenkomst zouden kunnen storen. Of de overtreding ervan een dringende reden uitmaakt, moet in dat licht worden onderzocht. [519]

5.3.2.4 Diefstal

Diefstal wordt meestal als een dringende reden erkend. [520] De waarde van het gestolen goed of het eenmalige karakter van de diefstal spelen daarbij in principe geen rol, aangezien ook de diefstal van een goed met een geringe waarde ervoor kan zorgen dat de vertrouwensband tussen werknemer en werkgever onmiddellijk en definitief verbroken is. [521] Ook wanneer de zaak door het parket werd geseponeerd, kunnen de feiten nog als dringende reden bestempeld worden. [522]

Evenwel maakt diefstal niet noodzakelijk een dringende reden uit. Er moet rekening gehouden worden met alle concrete omstandigheden, o.m. de anciënniteit en het professioneel verleden van de werknemer [523], het gebrek aan frauduleus inzicht en de depressieve toestand van de werknemer [524], het gebrek aan kwade trouw [525], het type diefstal [526], het al dan niet neutraal en objectief karakter van het onderzoek van de werkgever. [527]

5.3.2.5 Bedrog

Het verzwijgen van gegevens bij de aanwerving, zoals universitaire studies of de ware reden van ontslag bij de vorige werkgever, maakt slechts een dringende reden uit indien de aanwerving niet zou zijn doorgegaan als de werkgever die informatie op voorhand gekregen had. [528] Het verzwijgen van een zwangerschap is geen dringende reden. [529] Indien de functie gevaarlijk is voor de zwangere vrouw of het kind dat ze draagt, moet ze dit wel melden aan de werkgever. Het verzwijgen van de zwangerschap in die omstandigheden is wel foutief [530], maar kan toch niet als een dringende reden worden beschouwd. [531]

Bedrog bij gebruik van de prikklok is een dringende reden. [532] Hetzelfde geldt voor het opzettelijk [533] foutief invullen van de gereden kilometers in de onkostenstaat [534] of het indienen van valse activiteitsverslagen. [535] Dat is tevens het geval wanneer de werknemer van een fout in het herlaadsysteem van zijn kantinekaart misbruik heeft gemaakt om zichzelf, volkomen bewust, 40 euro rijker te maken. [536]

Ook wanneer de fraude te goeder trouw begaan werd, kan ze onmiddellijk ontslag verantwoorden. Dit is bv. het geval wanneer een afdelingschef van een warenhuis de houdbaarheidsdata vervalst om vervallen éclairs alsnog verkocht te krijgen en alzo de verliezen voor de onderneming te beperken. [537]

5.3.2.6 Misbruik informatica

Het op buitensporige wijze surfen op websites die geen verband houden met professionele activiteiten kan een dringende reden uitmaken. [538] Of het verzenden van e-mails met een privékarakter via de door de werkgever ter beschikking gestelde computer een dringende reden uitmaakt, dient beoordeeld te worden aan de hand van de concrete omstandigheden, en met name dient men rekening te houden met de bij de werkgever geldende richtlijnen, vroegere verwittigingen, het al dan niet buitensporig gebruik van het e-mailsysteem, de eventuele schade voor de werkgever of voor derden. [539]

5.3.2.7 Insubordinatie

Er is sprake van insubordinatie wanneer het werkgeversgezag door de werknemer wordt miskend, wanneer hij weigert het overeengekomen werk uit te voeren of de wettige bevelen van de werkgever na te leven. Insubordinatie kan een dringende reden uitmaken. [540]

De instructies van de werkgever dienen wel gegeven te worden tijdens de uitvoering en binnen de grenzen van de arbeidsovereenkomst, mogen niet strijdig zijn met de openbare orde en de goede zeden en mogen ook geen gevaar opleveren voor de werknemer of een derde. Zo werd reeds geoordeeld dat de weigering door de werknemer om een bevel van de werkgever uit voeren geen ontslag om dringende reden rechtvaardigt wanneer dit bevel ongeoorloofd of onwettig is [541], bv. wegens strijdigheid met de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vakbondsvrijheid [542], de instructies willekeurig blijken, de werknemer schaden en niet dienend zijn voor de goede werking van de dienst [543], het bevel een ongeoorloofde eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden uitmaakt. [544]

5.3.2.8 Staken

Deelname aan een staking, al of niet erkend door de vakbonden, is op zichzelf geen dringende reden. [545] Wel kunnen bepaalde omstandigheden of handelingen die de staking omringen er een foutief karakter aan geven (zgn. feitelijkheden). [546]

Een directielid dat de vakbondsafvaardiging aanspreekt met klachten over het beleid en aanspoort tot staken, kan hiervoor niet om dringende reden worden ontslagen. [547]

5.3.2.9 Dronkenschap

Dronkenschap wordt door het Hof van Cassatie omschreven als de toestand waarin iemand zich bevindt die zodanig onder invloed van de drank is, dat hij niet meer over de aanhoudende beheersing van zijn daden beschikt, zonder daarom noodzakelijk het bewustzijn ervan verloren te hebben. [548] Dronkenschap moet onderscheiden worden van alcoholintoxicatie, dat betrekking heeft op het alcoholgehalte in de uitgeademde lucht of het bloed en dat technisch (via ademanalyse of bloedproef) kan worden vastgesteld. In de arbeidsrechtelijke context is in principe enkel dronkenschap relevant, alhoewel alcoholintoxicatie dit ook kan zijn voor bepaalde beroepen (bv. chauffeurs).

Een geïsoleerde of lichte dronkenschap die geen stoornis voor de onderneming veroorzaakt, zal normaliter geen dringende reden uitmaken. [549] De herhaalde dronkenschap ondanks waarschuwingen maakt daarentegen een grond uit tot ontslag om dringende reden. [550] Ook wanneer in dronken toestand een ongeval wordt veroorzaakt kan dit een dringende reden zijn. [551] De plaatsing van de werknemer in een instelling voor verslaafden wijst op een ziekte en maakt geen dringende reden uit. [552] De pathologische aard van de alcoholverslaving kan evenwel geen absolute vrijwaring bieden voor diegene die erdoor getroffen is. [553]

5.3.2.10 Houding t.o.v. collega’s en derden

Ongewenst seksueel gedrag kan, afhankelijk van de ernst, een dringende reden uitmaken. Een hiërarchisch hoger geplaatste die herhaaldelijk obscene insinuaties maakte en tot lichamelijke betastingen overging, werd terecht om dringende reden ontslagen. [554] Zo ook de werknemer die tijdens de arbeidstijd en via de professionele mailbox pornografische selfies verzond aan een collega, zelfs als die collega zich daar niet tegen verzet heeft. [555] Evenwel werd de dringende reden niet aanvaard bij een werknemer die zich bezondigd had aan laakbaar gedrag (o.m. seksuele intimidatie), maar waar de werkgever dat gedrag niet aan de kaak gesteld had en gedurende meer dan 20 jaar geduld had. [556]

Ook werknemers dienen in hun contacten met mekaar en derden de nodige gedragsregels in acht te nemen. Zo zal een winkelbediende zich bezondigen aan een dringende reden wanneer hij de schoenen, die een klant wilt inruilen, weggooit, vervolgens woedend naar het magazijn loopt om daar hoorbaar voor klanten en medewerkers te beginnen schelden, uiteindelijk een stoel kapot trapt en als klap op de vuurpijl de volgende dag de schoenen van een collega nat spuit “omdat deze haar schoenen niet wilde verplaatsen”. [557] Ook het gooien met glazen potjes rijstpap, yoghurt en ketchup naar het kantinepersoneel kan niet door de beugel. [558] De algemeen directeur die zijn laptop gebruikt om stiekem kantoorgesprekken tussen een afgevaardigd bestuurder en een administratief medewerker op te nemen, geeft blijk van dermate weinig respect voor de privacy van deze collega’s dat een ontslag om dringende reden verantwoord is. [559] Een werknemer stuurde een opvangcentrum voor vluchtelingen met de fax van zijn werkgever anoniem de boodschap “neem nog wat meer moslims binnen... naïevelingen”. Het Antwerpse arbeidshof erkende de dringende reden. [560] Het feit, voor een vakbondsafgevaardigde, in het kader van een sociaal conflict de voorruit van het voertuig van de directeur in te slaan en water op zijn hoofd te gieten op het einde van een vergadering van sociale verzoening is een dringende reden. [561] Het feit dat een verpleegster het bloot achterwerk fotografeert van een bewoonster die uitgekleed was, verantwoordt een ontslag om dringende reden. [562] Het feit dat een verzorgster schreeuwt tegen haar overste en haar voor “gek” uitmaakt, terwijl ze haar benadert en met haar armen en handen zwaait, is een dringende reden. De fout is des te zwaarwichtiger gelet op de omstandigheden (eerdere, gelijkaardige feiten die aanleiding gaven tot verwittigingen en dat de feiten zich voordeden in aanwezigheid van bewoners, terwijl de instelling het welzijn van de bewoners nastreeft). [563] Langs de andere kant vormt het afsnauwen van een lastige klant en het gebrek aan berouw hierover niet noodzakelijk een dringende reden, wanneer het een eenmalig feit betreft. [564] Ook de verbaal agressieve houding, zelfs vergezeld van dreigementen, werd niet als dringende reden erkend, rekening houdend met het feit dat deze houding volgt op een verzoek van de werkgever om de bedrijfswagen, waarover de werknemer reeds lang beschikte, binnen te brengen. [565]

5.3.2.11 Kritiek en beledigingen

Op zich is het niet ongeoorloofd dat werknemers kritiek leveren; dit kadert immers in de uitoefening van hun recht op vrije meningsuiting. Wel is de werknemer eerbied en achting verschuldigd aan zijn werkgever (het gaat trouwens om een wederkerige verplichting, ook de werkgever is eerbied en achting verschuldigd aan de werknemer). In bepaalde gevallen kan het uiten van kritiek een ontslag om dringende reden rechtvaardigen: bv. indien de werknemer moedwillig verkeerde inlichtingen doorgeeft [566], wanneer de kritiek t.a.v derden, klanten of concurrenten werd geuit [567], zo de werknemer zich stelselmatig en ten aanzien van verschillende mensen denigrerend heeft uitgelaten over de werkgever. [568]

Ook wanneer de werknemer zich (al dan niet in zijn privétijd) op sociale media kritisch uitlaat over de werkgever, is het oppassen geblazen (zie in dat verband tevens 5.5.2.2. Rechtmatigheid, wat betreft de eventuele privacy-issues). Zo werd het ontslag om dringende reden aanvaard van een manager die op zijn publieke Facebookpagina gedurende verschillende maanden de gang van zaken in de onderneming negatief bekritiseerd had [569], alsook van een arbeidsongeschikte werkneemster die op Twitter volgend bericht had gepost: “(ik) haat het bedrijf en alles wat het vertegenwoordigt”. [570] Werd ook beschouwd als een dringende reden: het op Facebook liken van publicaties met racistische connotatie die het imago van de onderneming en de directie ervan in het gedrang kunnen brengen. [571] Rechtvaardigt tevens een ontslag om dringende reden: racistische opmerkingen gemaakt over een collega op het werk in een Messenger-bericht aan een andere collega. [572]

Beledigingen geuit door de werknemer kunnen een dringende reden uitmaken, op voorwaarde dat ze niet werden uitgelokt door de werkgever. [573] Iemand beschuldigen dat hij zich “als een jood” gedraagt, met al wat deze naar racisme ruikende uitdrukking inhoudt, werd als een dringende reden beoordeeld. [574] Met betrekking tot een werknemer die zijn Schotse directeur, buiten diens aanwezigheid maar ten overstaan van verschillende collega’s, had betiteld als “een makak, een vuile dopper en een Engelse zeveraar”, stelde het arbeidshof te Antwerpen met enige grootmoedigheid dat dit geen dringende reden was. [575]

De verspreiding op 1 april van een karikatuur moet weliswaar binnen de perken blijven, maar het is een genre dat berust op het uitvergroten van bepaalde trekken of bepaalde reële situaties, om op de lachspieren te werken; de karikatuur vormt dan ook geen belediging. [576]

5.3.2.12 Miskenning interne en wettelijke normen

Het op ernstige manier overtreden van belangrijke veiligheidsnormen, kan een dringende reden uitmaken. [577] Is een dringende reden het niet-naleven door een geldtransporteur/ATM-agent van procedureregels waarvan het belang zowel in de arbeidsovereenkomst als in een ondertekende charter wordt onderstreept en dit ondanks waarschuwingen. [578] Het niet (correct) dragen van een mondmasker en het niet respecteren van de opgelegde social distancing op de werkvloer in het kader van de strijd tegen de COVID-19-pandemie, en dat ondanks herhaaldelijke mondelinge aanmaningen en schriftelijke verwittigingen, maakt een dringende reden uit. [579]

Een verpleegkundige is krachtens de Arbeidsovereenkomstenwet en het Strafwetboek gehouden tot het beroepsgeheim. De schending van dit (medisch) beroepsgeheim verantwoordt niet zonder meer een ontslag om dringende reden. Het geheel van de feiten moet in een brede context worden bekeken en in concreto beoordeeld. [580]

5.3.2.13 Feiten uit privéleven [581]

Handelingen gesteld in het privéleven buiten de contractuele sfeer kunnen in principe niet worden ingeroepen als dringende reden tenzij ze een zodanige invloed hebben op de arbeidsrelatie dat deze onmogelijk in stand kan worden gehouden. [582] Zo werden als dringende reden erkend:

  • de vervalsing van een betaalkaart [583];
  • het door een bankbediende (geheel buiten zijn professionele opdrachten) ontvangen van gelden van leden van een vereniging zonder ze op een rekening te storten (wat in beginsel diende te gebeuren) [584];
  • deelnemen aan een sportwedstrijd waardoor de arbeidsongeschiktheid verergert [585];
  • aanranding met bedreiging en geweld van de dochter van een collega. [586]

Werden niet als dringende reden erkend:

  • een overspelige relatie tussen collega’s waartussen geen hiërarchisch verband bestaat. [587] Door de omstandigheden waarin de seksuele relatie zich manifesteert [588] of de persoon waarmee deze wordt onderhouden [589], kan het wel een dringende reden zijn [590];
  • voorlopige vrijheidsberoving. Het betreft hier immers een wettelijke schorsingsoorzaak voor de uitvoering van de arbeidsovereenkomst [591];
  • geslachtsverandering [592];
  • broer zijn van de vrouw waarmee de werkgever in een (v)echtscheiding is verwikkeld [593];
  • activiteiten als webcamgirl, uitgeoefend in de vrije tijd, op een betaalsite, en op een wijze waarop de werkgever er geen enkele aantoonbare last van ondervindt [594];
  • het feit dat de werknemer schoten heeft afgevuurd op zijn schoonzussen en ze verwond heeft nu niet bewezen is dat de werkgever daardoor reputatieschade heeft geleden en dat de werknemer dergelijk gewelddadig gedrag zou kunnen vertonen tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. [595]
Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Arbh. Antwerpen 18 september 1992, Soc.Kron. 1994, 347.