Wanneer de werknemer tijdelijk arbeidsongeschikt is, wordt de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst geschorst en heeft de werknemer in principe recht op gewaarborgd loon en vervolgens op ziekte-uitkeringen. In de volgende 3 situaties kan de werknemer evenwel uitkeringen ontvangen (op voorwaarde dat hij de leeftijd van 65 jaar niet bereikt heeft):
- De werknemer is door de adviserend arts van het ziekenfonds of het RIZIV arbeidsgeschikt verklaard, maar hij hervat het werk niet en betwist de beslissing van arbeidsgeschiktheid voor de arbeidsrechtbank. Gedurende de gerechtelijke procedure kan de werknemer provisionele uitkeringen ontvangen:
- Indien hij in het gelijk wordt gesteld (d.w.z. indien de arbeidsongeschikt wordt bevestigd), betaalt de ziekteverzekering het bedrag van de ontvangen uitkeringen terug aan de RVA.
- Indien hij in het ongelijk wordt gesteld (d.w.z. de beslissing van arbeidsgeschiktheid wordt bevestigd), dan moet de werknemer het werk hervatten en kan hij de ontvangen uitkeringen behouden.
- De werknemer is arbeidsgeschikt in de zin van de ziekteverzekering maar is tijdelijk niet in staat om het overeengekomen werk uit te voeren. De werknemer kan in dergelijk geval uitkeringen tijdelijke werkloosheid op grond van overmacht ontvangen indien de volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:
- de onmogelijkheid om het werk uit te voeren is vastgesteld door de arbeidsarts of door de RVA-arts;
- er is geen passend vervangingswerk beschikbaar;
- de aanvraag situeert zich in principe niet in de eerste 6 maanden van de arbeidsongeschiktheid (in deze periode kan de werknemer in principe ten laste genomen worden door de ziekteverzekering);
- de onmogelijkheid om het werk uit te voeren moet een tijdelijk karakter hebben.
- de werknemer is arbeidsgeschikt in de zin van de ziekteverzekering maar is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk uit te voeren én een re-integratietraject is lopende. In dergelijk geval kan de werknemer uitkeringen tijdelijke werkloosheid op grond van medische overmacht ontvangen, enkel in volgende situaties:
- voor de periode vanaf de vraag om een re-integratietraject tot aan de re-integratiebeoordeling door de preventieadviseur-arbeidsarts;
- indien de preventieadviseur-arbeidsarts beslist heeft dat de werknemer in staat is om bij de werkgever een aangepast werk of een ander werk uit te voeren:
- gedurende de termijn voor het aantekenen van beroep tegen de beslissing tot definitieve ongeschiktheid of tijdens de duur van de beroepsprocedure, indien de werknemer de beslissing tot definitieve ongeschiktheid betwist;
- voor de periode voorafgaand aan het overmaken van het re-integratieplan aan de werknemer of voor de periode voorafgaand aan het einde van het re-integratietraject, met een maximum van 12 maanden;
- indien de preventieadviseur-arbeidsarts beslist heeft dat de werknemer niet in staat is om bij de werkgever een aangepast werk of een ander werk uit te voeren:
- gedurende de termijn voor het aantekenen van beroep tegen de beslissing tot definitieve ongeschiktheid of tijdens de duur van de beroepsprocedure, indien de werknemer de beslissing tot definitieve ongeschiktheid betwist.