ACV

16.1.2. Tijdelijke werkloosheid ten gevolge van het uitbreken van het coronavirus Covid-19, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis – Vereenvoudiging van de procedure

16.1.2.1 Periode van 13 maart 2020 tot 30 juni 2022

Om het hoofd te kunnen bieden aan de toevloed van aanvragen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de coronavirusepidemie in 2020 zijn de administratieve procedures en verplichtingen voor de invoering van tijdelijke werkloosheid voor zowel werkgevers als werknemers aanzienlijk vergemakkelijkt. De overheid heeft daarbij gecommuniceerd dat zij het coronavirus als overmachtssituatie erkent.

Vanaf 13 maart 2020 wordt de notie tijdelijke werkloosheid wegens overmacht soepel toegepast door de RVA. Alle situaties van tijdelijke werkloosheid als gevolg van het coronavirus, konden beschouwd worden als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, ook indien er bv. toch nog op bepaalde dagen kan worden gewerkt. Voorlopig geldt deze soepele regeling tot en met 31 augustus 2020. Er dient dus geen aanvraag tot erkenning als onderneming in moeilijkheden nog te worden ingediend bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

De enige formaliteiten die de werkgever gedurende deze periode diende uit te voeren, was het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aangeven bij het sociaal secretariaat (via de elektronische aangifte ASR scenario 5). Alle andere verplichtingen, zoals de mededeling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aan het bevoegde werkloosheidsbureau van de RVA, het afleveren van het C3.2A-formulier en het gebruiken van het validatieboek, vielen weg.

Vanaf 13 juli kwam daar verandering in om misbruiken te voorkomen. Het Bijzondere-machtenbesluit nr. 37 van 24 juni 2020 [751] voert met ingang van 13 juli 2020 een nieuwe formaliteit in. Wanneer een werkgever vanaf 13 juli 2020 een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ingevolge de Covid-19-epidemie invoert of het aantal tijdelijke werkloosheidsdagen van zijn/haar werknemers verhoogt, is de werkgever verplicht om de werknemers hierover voorafgaandelijk te informeren. De melding dient uiterlijk te gebeuren op de dag voorafgaand aan de begindatum van de tijdelijke werkloosheid en in elk geval voordat de werknemer zich naar het werk begeeft. Daarnaast dient de werkgever steeds een nieuwe melding te verrichten wanneer het oorspronkelijk voorziene aantal werkloosheidsdagen wordt verhoogd of er wordt overgeschakeld van een regeling van gedeeltelijke arbeid naar een volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst.

Indien de tijdelijke werkloosheid niet het gevolg is van het coronavirus, kan de werkgever nog een beroep doen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid op grond van economische oorzaken.

Naast deze algemene maatregelen werden, als reactie op de explosie van de tijdelijke werkloosheid, nog een hele resem aan andere maatregelen genomen op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid. Een uitzonderlijke situatie vraagt immers om uitzonderlijke maatregelen. Zo werd om het risico op herstructureringen te voorkomen een nieuw volmachtsbesluit nr.46 [752] goedgekeurd, met tal van maatregelen voor ondernemingen in moeilijkheden:

  • tijdelijke arbeidsduurvermindering;
  • corona-tijdskrediet;
  • corona-landingsbaan;
  • aanpassing van de regeling inzake economische werkloosheid.

Tot slot wordt voor de werknemers die tijdelijk werkloos zijn gesteld wegens overmacht een tijdelijke en bijzondere compensatieregeling georganiseerd. De werknemer ontvangt een uitkering gelijk aan 70% van zijn gemiddeld geplafonneerd loon (geplafonneerd op 2.754,76 euro per maand). De werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld wegens overmacht (reden “coronavirus”) ontvangt bovenop de werkloosheidsuitkering een supplement van 5,63 euro per dag, ten laste van de RVA. Werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld wegens werkgebrek op grond van economische oorzaken, hebben ook recht op een supplement van minstens € 2 ten laste van de werkgever (of van het fonds voor bestaanszekerheid), naast hun werkloosheidsuitkering voor elke werkloosheidsdag.

Al deze maatregelen waren van toepassing gedurende de periode van 13 maart 2020 tot 30 juni 2022.

16.1.2.2 Periode van 1 juli 2022 tot 31 december 2022

Tot en met 30 juni 2022 kon elke tijdelijke werkloosheid die verband hield met het coronavirus of het conflict in Oekraïne beschouwd worden als tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. Sinds 1 juli 2022 zijn opnieuw de klassieke systemen van tijdelijke werkloosheid van toepassing.

Tot 31 december 2022 heeft de werknemer ook het recht om afwezig te zijn op het werk wanneer hij moet instaan voor de opvang van een kind dat met hem samenwoont en dat niet naar het kinderdagverblijf, de school of een centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan omdat:

  • het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap (gedeeltelijk of volledig) gesloten is door een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken;
  • het kind zelf in quarantaine of in isolatie moet om de verspreiding van het coronavirus te beperken.

In die situaties kunnen er ‘uitkeringen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht’ worden aangevraagd gedurende de periode van de quarantaine, isolatie of de sluiting van de instelling.

16.1.2.3 Tijdelijke werkloosheid vanaf 1 januari 2023

Sinds 1 oktober 2022 bestaat het bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken voor energie-intensieve bedrijven. Dat systeem werd recent verlengd tot 31 maart 2023. [753]

Om beroep te kunnen doen op dat systeem van tijdelijke werkloosheid moet de werkgever kunnen aantonen dat:

  • de aankoop van energieproducten (met inbegrip van energieproducten andere dan aardgas en elektriciteit) voor het kalenderjaar 2021 ten minste 3% van de toegevoegde waarde van het bedrijf uitmaakt; of
  • de definitieve energierekening voor het trimester voorafgaand aan het trimester waarin hij gebruikmaakt van de werkloosheid de ‘energie’ verdubbeld is ten opzichte van de definitieve energierekening voor hetzelfde trimester van het voorafgaande jaar.

De RVA heeft verduidelijkt dat het begrip toegevoegde waarde moet worden begrepen als het verschil tussen de volgende totaalbedragen:

  • Het totaalbedrag van de omzet, vermeerderd met de andere bedrijfsopbrengsten, de productie in voorraad en de geproduceerde vaste activa (met uitzondering van de exploitatiesubsidies en compenserende bedragen).
  • Het totaalbedrag van de aankoop van handelsgoederen, grondstoffen en hulpstoffen, vermeerderd met de aankoop van diensten en diverse goederen.

Onder het stelsel ‘tijdelijke werkloosheid energie’ kunnen, afhankelijk van het werkgebrek, de volgende regelingen worden ingevoerd:

  • Een regeling van volledige schorsing voor maximum vier weken;
  • Een regeling van gedeeltelijke arbeid, waarbij er minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken wordt gewerkt (regeling ‘grote schorsing’), voor maximum drie maanden.

De werknemers die worden tewerkgesteld in een energie-intensief bedrijf en die tijdelijk werkloos worden gesteld wegens economische oorzaken op grond van dat bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid, ontvangen van 01.10.2022 tot 31.03.2023 een bedrag gelijk aan 70% van het gemiddelde begrensde loon (i.t.t. 65% in de klassieke stelsels van tijdelijke werkloosheid). [754]

Laatst aangepast op: 04-07-2023