ACV

10.2.9. Aanvraag, planning, opname en ontslagbescherming

10.2.9.1 Aanvraag

De werknemer moet de werkgever op de hoogte brengen van zijn wens om Vlaams opleidingsverlof op te nemen. De aanvraag die betrekking heeft op een normaal schooljaar moet ingediend worden uiterlijk op 31 oktober van elk schooljaar. In geval van laattijdige inschrijving na 31 oktober of in geval van verandering van werkgever tijdens eenzelfde schooljaar, dient de aanvraag te gebeuren ten laatste binnen de 15 dagen vanaf de inschrijving of van de verandering van werkgever. De aanvraag gebeurt in ieder geval met het getuigschrift van regelmatige inschrijving. Beide partijen maken vervolgens, rekening houdend met de collectieve planning, afspraken over de opname van de verlofuren.

10.2.9.2 Planning

De opname van het Vlaams opleidingsverlof moet worden gepland. De regels voor de planning zijn dezelfde als die voor het systeem van betaald educatief verlof. Als je opleidingsverlof opneemt, moet dat passen in de arbeidsorganisatie in de onderneming. Daarom is het vormingsverlof een agendapunt op de ondernemingsraad (OR) waar een collectieve planning wordt gemaakt. Is er geen OR, dan is de planning in overleg met de vakbondsafvaardiging. Bij gebrek aan vakbondsafvaardiging overleggen de werkgever en de betrokken werknemers. In geval van onenigheid oordeelt de sociale inspectie.

10.2.9.3 Opname

Het Vlaams opleidingsverlof wordt opgenomen ten vroegste vanaf de dag voorafgaand aan de aanvang van de opleiding en ten laatste 2 dagen na de laatste les of het laatste examen. De werknemer kan hoe dan ook pas Vlaams opleidingsverlof opnemen vanaf de datum van de goedkeuring van de registratie van de opleiding.

10.2.9.4 Ontslagbescherming

De werkgever mag de werknemer niet ontslaan vanaf het ogenblik waarop hij zijn aanvraag tot Vlaams opleidingsverlof ingediend heeft, tot de laatste dag van de opleiding, behalve op grond van motieven vreemd aan deze aanvraag. De werkgever moet het bestaan van dergelijke motieven aantonen. Indien dat niet lukt, zal hij een forfaitaire beschermingsvergoeding gelijk aan drie maanden loon aan de werknemer moeten betalen. Deze beschermingsvergoeding is cumuleerbaar met de verbrekingsvergoeding.

Laatst aangepast op: 04-07-2023