6.3.3.1 Pleegzorgverlof
Sinds 8 mei 2007 [509] heeft een werknemer die is aangesteld als pleegouder [510] volgens artikel 30quater AOW het recht om van het werk afwezig te zijn voor de vervulling van verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing in zijn gezin van één of meerdere personen die in het kader van die pleegzorg aan hem zijn. De duur van de afwezigheid bedraagt maximum 6 dagen per jaar. Indien het pleeggezin bestaat uit 2 werknemers, die beiden zijn aangesteld als pleegouder, moeten deze dagen onder hen verdeeld worden. Het gaat om volle dagen. Een gedeeltelijke opname in uren of dagdelen is niet mogelijk. De zes dagen moeten niet aaneensluitend genomen worden maar kunnen over het kalenderjaar verspreid worden.
De werknemer die aangesteld is als pleegouder, mag maar afwezig zijn voor gebeurtenissen die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie en waarbij de tussenkomst van de werknemer vereist is, en dit voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt. Het gaat met name om de volgende specifieke gebeurtenissen:
- alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
- contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden;
- contacten met de dienst voor pleegzorg.
In andere dan de 3 hiervoor vermelde situaties geldt het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen slechts voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk recht noodzakelijk is en voor zover die situaties niet reeds worden gedekt door het recht op verlof om dwingende redenen (zie ook 7 Verlof om dwingende redenen).
De werknemer die gebruikmaakt van het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen, is ertoe gehouden de werkgever hiervan ten minste twee weken op voorhand te verwittigen. Indien dit niet mogelijk is, moet hij de werkgever zo spoedig mogelijk verwittigen. Als de werknemer pas in de loop van het jaar de hoedanigheid van werknemer verkrijgt of pas in de loop van het kalenderjaar pleegouder wordt, wordt het aantal dagen pleegverlof niet verminderd. Maar de wet zegt niets over wat er moet gebeuren als de werknemer in de loop van het kalenderjaar van werkgever verandert. De werknemer moet dan te goeder trouw meedelen op hoeveel dagen pleegverlof hij eventueel nog recht heeft en hoeveel hij er al opgenomen heeft. De werkgever heeft echter geen mogelijkheid om deze verklaring te controleren. [511]
Om te kunnen genieten van het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen, moet de werknemer aan de werkgever het bewijs leveren dat hij pleegouder is aan de hand van de formele aanstellingsbeslissing van de daartoe bevoegde instelling. Indien het pleeggezin bestaat uit twee werknemers, die beiden zijn aangesteld als pleegouder, dient elk van hen een verklaring op erewoord te bezorgen aan zijn werkgever waarin wordt aangegeven hoe het aantal dagen afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen onder hen wordt verdeeld. De werknemer moet het recht op afwezigheid van het werk gebruiken met het oog op het verstrekken van pleegzorgen voor het doel waarvoor het is toegestaan. Op verzoek van de werkgever levert de werknemer aan de hand van de gepaste documenten of bij gebreke hiervan, door ieder ander bewijsmiddel, het bewijs van de gebeurtenissen die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen.
De werknemer die gebruikmaakt van het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen heeft per dag recht op een forfaitaire uitkering ten laste van de RVA. Het bedrag van de uitkering komt overeen met de maximale daguitkering in geval van vaderschapsverlof (nl. 82% van het loonplafond dat wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering) of 120,52 euro per dag vanaf 1 maart 2020 (6-dagenweek). Dit recht op een uitkering is beperkt tot maximum 6 dagen per kalenderjaar en per gezin.
De werknemer die voor de dagen van pleegzorgverlof een uitkering wil krijgen, moet daartoe bij een ter post aangetekende brief een aanvraag indienen bij het werkloosheidsbureau van de RVA in het ambtsgebied waar hij zijn hoofdverblijfplaats heeft. [512] Een KB van 1 juli 2012 bepaalt dat de aanvraag ook op elektronische wijze kan ingediend worden. [513]
6.3.3.2 Pleegouderverlof
Zo voegt de wet van 6 september 2018 een nieuw artikel 30sexies toe aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten om een nieuw type van verlof tot stand te brengen in geval van langdurige pleegzorg. Dit nieuw artikel 30sexies voorziet dat de werknemer die is aangesteld als pleegouder door de rechtbank, door een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van L’Aide à la Jeunesse of door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand en die naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg een minderjarig kind in zijn gezin onthaalt, met het oog op de zorg voor dit kind, eenmalig recht op pleegouderverlof heeft gedurende een aaneengesloten periode van maximum zes weken. Onder langdurige pleegzorg verstaat men de pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin bij dezelfde pleegouders zal verblijven.
Dit pleegouderverlof moet een aanvang nemen binnen twaalf maanden volgend op de inschrijving van het kind als deel uitmakend van het gezin van de werknemer in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft. Voor het overige zijn de uitoefeningsvoorwaarden van dit nieuwe pleegouderverlof vrij gelijklopend met deze van het adoptieverlof (duur van het verlof, kennisgeving, ontslagbescherming, …).
Tijdens de eerste 3 dagen van het pleegouderverlof heeft de werknemer recht op het behoud van zijn normaal loon ten laste van de werkgever. Gedurende de volgende dagen van het pleegouderverlof geniet de werknemer een uitkering in het kader van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. [514]
Het pleegouderverlof van 6 weken per pleegouder wordt ook in de periode 2019-2027 opgetrokken met een aantal bijkomende weken voor de pleegouder of voor de beide pleegouders samen volgens hetzelfde groeipad als dat waarin is voorzien voor het adoptieverlof.
Indien het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beiden zijn aangesteld als pleegouder van het kind, worden de bijkomende weken tussen hen verdeeld, waarbij er in voorkomend geval rekening wordt gehouden met het recht op pleegouderverlof van de andere pleegouder in de regeling van de zelfstandigen. De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66% of een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch- sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag of dat ten minste 9 punten toegekend worden in de 3 pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. [515]