ACV

1.6.3. Recht op contractaanpassing of inhaalrust [85]

1.6.3.1 Principes

De paritaire comités verduidelijken onder welke voorwaarden en in welke mate bijkomende uren mogen worden verricht.

Onder bijkomende uren moet in deze context worden verstaan, de uren die de conventionele arbeidsduur van de deeltijdse werknemers overstijgen, zonder evenwel de bij de wet of collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde normale arbeidsduur te overschrijden. [86]

Als er in het bevoegde paritair comité geen andere regeling werd getroffen, gelden volgende regelingen:

  • De overschrijding van het uurrooster wegens bijkomende uren verricht op verzoek van de werknemer zelf, geeft op eenvoudig verzoek van de werknemer recht op een aanpassing van de contractuele arbeidsduur, op voorwaarde dat de werknemer gedurende één trimester ten minste één uur gemiddeld per week bijkomende prestaties heeft verricht. Indien de werknemer hierop staat, mag de aangepaste arbeidsduur niet beneden het trimestriële gemiddelde liggen. De modaliteiten van de aanpassing zullen in onderling akkoord tussen de betrokken partijen moeten worden vastgesteld. [87]
  • Werden de bijkomende prestaties verricht op verzoek van de werkgever en met instemming van de werknemer, dan kan de werknemer er ook voor opteren om (onbetaalde) inhaalrust te vragen in plaats van een herziening van de arbeidsovereenkomst. [88] Hiervoor is het wel vereist dat de tijdens het trimester geleverde bijkomende uren gemiddeld, minimum 20% van de contractuele arbeidstijd bedragen.

De modaliteiten voor de toekenning van de inhaalrust moeten in akkoord tussen de werkgever en de werknemer worden vastgesteld. Bij ontstentenis van een dergelijk akkoord, moet de inhaalrust per minimumschijf van één uur worden toegekend en mag die inhaalrust per week niet meer bedragen dan 20% van de in de arbeidsovereenkomst vastgestelde wekelijkse arbeidsduur. Die inhaalrust moet binnen de 13 weken volgend op het kwartaal worden toegekend.

Voor de berekening van het gemiddelde zullen de vakantieperiodes worden geneutraliseerd: het gemiddelde van de rest van het trimester wordt ook geacht gepresteerd te zijn tijdens de vakantieperiodes. [89]

1.6.3.2 Voorbeeld

Een deeltijdse werknemer wordt tewerkgesteld volgens een contractuele arbeidsduur van gemiddeld 24 uur per week. Tijdens het derde trimester van het jaar verricht hij gedurende 5 weken 32 uur per week en gedurende 4 weken 26 uur per week arbeid. De laatste 4 weken van het kwartaal heeft de werknemer vakantie. Heeft hij recht op een aanpassing van zijn contractuele arbeidsduur?

Tijdens de eerste 9 weken van het trimester presteerde de werknemer wekelijks gemiddeld 29,3 uur (((5x32) + (4x26)) : 9). Het is dit gemiddelde van 29,3 uur per week dat ook voor de vakantieperiode in aanmerking moet worden genomen. De vakantie heeft daardoor geen invloed op de gemiddelde arbeidsduur. Bijgevolg zal de werknemer aanspraak kunnen maken op een verhoging van zijn wekelijkse arbeidsduur met 5,3u (= 29,3u – 24u).

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Art. 5 cao nr. 35.