ACV

4.9. Schorsing van de opzegtermijn

De schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst heeft geen invloed op het verloop van de opzegtermijn indien de opzegging uitgaat van de werknemer.

Gaat de opzegging uit van de werkgever, dan zal de opzegtermijn tijdens een aantal schorsingsperiodes niet kunnen lopen. [366] Dit betekent dat de opzegtermijn niet kan ingaan op de ingangsdatum die in de opzeggingsbrief wordt vermeld. Die ingangsdatum wordt automatisch verschoven naar de eerste kalenderdag na het einde van die schorsing. [367] Was de opzegtermijn reeds ingegaan bij het begin van de schorsing, dan houdt hij op te lopen tijdens de schorsingsperiode. In beide gevallen zal de einddatum van de opzegtermijn verdaagd worden met een periode gelijk aan de duur dat de opzegtermijn werd opgeschort. [368]

Het gaat om een verlenging in kalenderdagen, niet in werkdagen. Bij langere schorsingsperiodes komt het voor dat er in deze periode van schorsing ook gewoonlijke inactiviteitsdagen vallen (zoals zaterdag of zondag). Op zich zullen zij meegeteld moeten worden; zo werd geoordeeld dat de opzegtermijn wordt verlengd met het aantal kalenderdagen te tellen vanaf het begin van de ziekte of de vakantie tot en met de laatste dag ervan. [369] Dit betekent voor een werknemer die in de gewone vijfdagenweek werkt, dat de opzegtermijn verlengd wordt door de weekends die in de vakantieperiode vallen, maar niet door de weekends er onmiddellijk vóór of na; voor wat de ziekteperiodes betreft, moet worden gekeken naar de periode van arbeidsongeschiktheid die in het geneeskundig attest wordt vermeld. [370]

Bij opzegging door de werkgever is de einddatum van de opzegtermijn onzeker. Wanneer een opzeggingsbrief een einddatum vermeldt en geen rekening lijkt te houden met eventuele verlengingen van de opzegtermijn, dan betekent dit nog niet dat de werkgever voortijdig en op onregelmatige wijze de arbeidsovereenkomst beëindigd heeft. De rechter oordeelt immers onaantastbaar op basis van de feitelijke gegevens of de werkgever de bedoeling heeft gehad de arbeidsovereenkomst werkelijk te doen eindigen op de in zijn brief vermelde einddatum, zonder rekening te houden met eventuele schorsingen. [371]

Beëindigt de werkgever de arbeidsovereenkomst inderdaad na het verstrijken van de betekende opzegtermijn, zonder rekening te houden met de verlenging ervan ingevolge schorsingen, dan kan de werknemer aanspraak maken op een aanvullende opzegvergoeding. [372] Het omgekeerde is echter ook mogelijk, zo de werknemer in de veronderstelling verkeert dat de opzegtermijn is afgelopen en geen arbeidsprestaties meer verricht na het verstrijken van de theoretische einddatum ervan. [373] Wel is in dat geval vereist dat de rechter vaststelt dat de werkgever zijn recht heeft verzaakt zich op de schorsing te beroepen of dat de dwaling (over het bestaan van de schorsingen en de impact ervan op de opzegtermijn) van de werknemer onoverwinnelijk was. [374]

Enkel de uitdrukkelijk door de wet bepaalde schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst hebben de schorsing van de opzegtermijn tot gevolg. [375] Het zijn de volgende: [376]

  1. vakantiedagen, individueel of collectief. Het gaat niet enkel om de vakantiedagen toegekend door de wet, [377] maar tevens om aanvullende vakantiedagen verleend door een collectieve of individuele arbeidsovereenkomst of door een beslissing van de werkgever, die de bedoeling hebben het aantal wettelijke vakantiedagen te verhogen. [378] Dagen die inhaalrustdagen uitmaken als gevolg van een arbeidsduurvermindering schorsen de opzegtermijn echter niet [379], tenzij het gaat om dagen die begrepen zijn in het begrip jaarlijkse vakantie [380];
  2. arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval. [381] De uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt niet geschorst wegens ziekte wanneer de arbeidsongeschikte werknemer van de adviserend geneesheer de toelating heeft gekregen om het werk te hervatten en tijdelijk met akkoord van de werkgever een aangepast of ander werk uitvoert. In die omstandigheden loopt de opzegtermijn gewoon door [382];
  3. zwangerschaps- en bevallingsrust;
  4. verwijdering van het werk van een zwangere vrouw buiten zwangerschaps- en bevallingsrust;
  5. borstvoedingsverlof;
  6. voorlopige hechtenis;
  7. de volledige dagen inhaalrust wegens overwerk [383];
  8. de volledige schorsing in het kader van beroepsloopbaanonderbreking, thematisch verlof of tijdskrediet;
  9. schorsing wegens slecht weer voor arbeiders;
  10. schorsing bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken voor arbeiders en bedienden;
  11. geboorteverlof;
  12. verlof om dwingende reden en zorgverlof;
  13. adoptieverlof.

De bepaling is dwingend ten voordele van de werknemer. Dit impliceert dat de werknemer er geen afstand van kan doen zolang de bestaansreden ervan blijft bestaan. De werknemer kan pas afstand doen van de schorsing van de opzegtermijn nadat deze schorsing zich heeft voorgedaan en enkel voor de reeds verstreken tijd ervan. [384]

In alle andere gevallen van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst loopt de opzegtermijn gewoon verder. Dit is bv. het geval bij deeltijds tijdskrediet, vaderschapsverlof, verlof om dwingende redenen, overmacht, … De opzegtermijn loopt zelfs door tijdens de periode dat er geen tewerkstelling was als gevolg van een fout van de werkgever. [385]

De partijen kunnen ook onderling overeenkomen om de opzegtermijn te schorsen. [386] Een conventionele vrijstelling van prestaties wordt door de rechtspraak gekwalificeerd als een schorsing van de arbeidsovereenkomst. Tenzij anders overeengekomen, zal een conventionele vrijstelling van prestaties de opzegtermijn niet verlengen, nu het niet gaat om één van de limitatief in de wet opgesomde gevallen. [387]

Loopt de arbeidsovereenkomst af na het verstrijken van de betekende opzegtermijn, zonder dat rekening wordt gehouden met de verlenging ervan ingevolge schorsingen, dan is eventueel nog een aanvullende opzegvergoeding verschuldigd. In dit kader zal het wel van belang zijn om vast te stellen wie de ondubbelzinnige wil heeft geuit tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Enkel inhaalrust die wordt toegekend bij toepassing van art. 26bis Arbeidswet of van art. 8 § 3 van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector komt in aanmerking.