ACV

2.2.1. Werknemer en werkgever

Voor de toepasselijkheid van de Arbeidsovereenkomstenwet is de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst vereist. Een arbeidsovereenkomst is per definitie een contract tussen een werkgever en een werknemer (zie 2.1.1 Algemeen). Een werknemer is noodzakelijk een fysieke persoon, een mens. [239] Voor werkgevers geldt deze vereiste niet: het kan zowel een fysiek persoon als een rechtspersoon (vzw, nv, bv, …) zijn. [240]

Een werknemer heeft in het kader van eenzelfde arbeidsovereenkomst normaal gezien maar één werkgever. De activiteiten van deze laatste bepalen het paritair comité (en bijgevolg de sectorale reglementering) waaronder de werknemer valt.

Sinds enkele decennia bestaat in de rechtspraak en de rechtsleer nochtans een duidelijke tendens tot erkenning van meervoudig werkgeverschap. [241] En hoewel het nergens wettelijk geregeld werd, erkent ook de FOD WASO het bestaan ervan. [242] In dit geval worden meerdere personen geacht gezamenlijk als werkgever op te treden in het kader van eenzelfde arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld: [243]

  • Wanneer met een feitelijke vereniging van natuurlijke personen (visclub, vakorganisatie, …) een arbeidsovereenkomst wordt gesloten, worden de leden van de vereniging als werkgever beschouwd. Zij kunnen door de werknemer dan ook elk voor hun deel worden aangesproken, ofwel op individuele basis, ofwel collectief via de lasthebber van de vereniging. [244]
  • Wanneer twee vennootschappen zich ten aanzien van een werknemer feitelijk als werkgever hebben gedragen, zijn zij ten aanzien van deze werknemer hoofdelijk gehouden tot het nakomen van de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. Dat geldt ook als de werknemer slechts met een van beide vennootschappen een arbeidsovereenkomst sloot en enkel die vennootschap de lonen betaalde en de sociale documenten afleverde. [245]
  • Wanneer de uitoefening van het werkgeversgezag gezamenlijk gebeurt en de rechtspersonen nauw met elkaar verbonden zijn, worden ze elk als werkgever aanzien. [246]

Een werknemer kan in het kader van één arbeidsovereenkomst dus verschillende werkgevers hebben wanneer zij de uitoefening van de werkgeversbevoegdheden delen en nauw met elkaar verbonden zijn. [247] In de rechtspraak blijft echter wel discussie bestaan over de verenigbaarheid met het verbod op terbeschikkingstelling. [248]

Als algemene regel kan gesteld worden dat de arbeidsovereenkomst een persoonlijk (intuitu personae) karakter heeft als het gaat om de werknemer, [249] maar niet als het de werkgever betreft. De dood van de eerste maakt dan ook een einde aan het contract, die van de tweede niet. De werknemer kan zich in principe niet zonder akkoord van de werkgever laten vervangen; de werkgever kan dat in bepaalde gevallen wel. [250] Uit het contract of uit de feiten kan blijken dat de partijen de bedoeling hadden om af te wijken van de algemene regel inzake het al dan niet intuitu personae-karakter van het werknemer- of werkgeverschap. [251] Dergelijke overeenkomst is rechtsgeldig, maar moet worden bewezen.

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Arbh. Brussel 25 april 2001, JTT 2001, 446.