ACV

3.1.2. Schriftelijke vaststelling

De arbeidsovereenkomst van huisarbeiders moet voor iedere werknemer afzonderlijk schriftelijk worden vastgesteld uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer met de uitvoering van zijn overeenkomst begint. [316] De overeenkomst moet minstens de volgende acht punten vermelden:

  1. de naam, de voornamen en de hoofdverblijfplaats van de werkgever als het om een natuurlijke persoon gaat, en de firmanaam en de maatschappelijke zetel als de werkgever een rechtspersoon is, evenals, in voorkomend geval, de benaming waaronder de werkgever zich richt tot het publiek;
  2. de naam, de voornamen en de hoofdverblijfplaats van de werknemer;
  3. het overeengekomen loon of, als dat niet kan worden vastgesteld, de manier en de grondslag voor de berekening van het loon;
  4. de vergoeding van de kosten verbonden aan de huisarbeid;
  5. de plaats of de plaatsen die de werknemer gekozen heeft om zijn werk te verrichten;
  6. een beknopte beschrijving van het overeengekomen werk;
  7. de overeengekomen arbeidsregeling en/of het werkrooster en/of het overeengekomen minimale volume van de prestaties [317];
  8. het bevoegde paritair comité. [318]

Op voorstel van het paritair comité kan de lijst van deze acht punten worden gewijzigd of vervolledigd. Het is de bedoeling de regeling te kunnen aanpassen aan de specifieke kenmerken van de bedrijfssectoren. [319]

Indien de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk vastgesteld werd of wanneer niet alle verplichte vermeldingen erin zijn opgenomen, mag de werknemer de overeenkomst beëindigen zonder een opzegging te moeten naleven of enige vergoeding te moeten betalen. [320] Deze sanctie geldt niet wanneer alleen de regeling over de terugbetaling van de kosten ontbreekt. In dat geval geldt immers een suppletieve kostenregeling. [321] Indien er geen geschrift is, kan de huisarbeider niet alleen op elk ogenblik aan de arbeidsovereenkomst een einde stellen aan de arbeidsovereenkomst zonder naleving van een opzegtermijn of -vergoeding, maar is de werkgever ook de forfaitaire kostenregeling verschuldigd [322] (zie 3.1.3 Uitvoering van de overeenkomst).

Er bestaat wel discussie over de gevolgen van dit beëindigingsrecht in het kader van een gemengde overeenkomst (deels huisarbeid, deels arbeid in de onderneming). [323]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Art. 119.4, § 3 AOW; Parl.St. Kamer, 1995-96, nr. 232/1, 3 en 13. Nergens wordt vermeld om welke afwijkingen het kan gaan en aan welke bedrijfssectoren werd gedacht.