ACV

2.5.1. Geldigheidsvereisten

2.5.1.1 Loonvoorwaarde

Een concurrentiebeding is alleen maar geldig als het jaarlijkse loon van de handelsvertegenwoordiger meer dan 41 969 euro bedraagt (loongrens vanaf 1 januari 2024). In de arbeidsovereenkomsten waarin het die loongrens niet te boven gaat, wordt het concurrentiebeding als onbestaand beschouwd. [275] Dat bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. [276]

Om te oordelen of het jaarlijks brutoloon het bedrag van 41 969 euro overschrijdt, moet gekeken worden naar het loon dat de handelsvertegenwoordiger verdient op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst eindigt. [277]

Als de handelsvertegenwoordiger een vast loon heeft, is het jaarlijks loon niet het loon dat ontvangen is in het jaar voor het einde van de arbeidsovereenkomst, maar wel het maandloon dat hij verdient op het ogenblik waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt. Dat moet men dan omrekenen naar een jaarloon. [278]

Als het loon variabel is, is het jaarloon het loon dat betaald werd of betaald had moeten worden gedurende de laatste 12 maanden voorafgaand aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, of het gemiddelde van dat deel van de 12 maanden dat de handelsvertegenwoordiger heeft gewerkt. [279]

Bij de beoordeling van de hoogte van het jaarloon moeten ook de voordelen verworven krachtens de arbeidsovereenkomst, het vakantiegeld en de eindejaarspremie in aanmerking genomen worden, zoals het geval is bij de berekening van de opzegvergoeding. [280]

2.5.1.2 Soortgelijke activiteiten

Het concurrentiebeding mag enkel betrekking hebben op soortgelijke activiteiten. [281]

Hiervoor moet zowel naar de activiteiten van de concurrerende firma, als naar de activiteiten die de handelsvertegenwoordiger in de nieuwe firma uitoefent, gekeken worden. [282] Het volstaat dus niet dat de nieuwe firma (minstens gedeeltelijk) gelijkaardige activiteiten heeft. De handelsvertegenwoordiger moet in de nieuwe firma die activiteiten ook uitoefenen. [283]

Als een concurrentiebeding de handelsvertegenwoordiger verbiedt in dienst te treden bij een concurrerende onderneming zonder te specifiëren in welke functie, waardoor het beding zich dus niet beperkt tot soortgelijke activiteiten van de handelsvertegenwoordiger binnen de onderneming, is het concurrentiebeding te ruim, waardoor het nietig is. [284]

Sommige rechtspraak meent dat er pas sprake is van gelijksoortige activiteiten als de activiteiten van de beide ondernemingen bijna volledig samenvallen. Andere rechtspraak interpreteert de gelijksoortigheid vrij soepel. Het volstaat dat de activiteiten gedeeltelijk gelijkaardig zijn. Die laatste interpretatie lijkt de meest logische, aangezien ook de activiteit die de handelsvertegenwoordiger uitoefent, gelijkaardig moet zijn als bij zijn vorige werkgever. [285]

2.5.1.3 Beperkt in de tijd

Het concurrentiebeding mag niet langer duren dan 12 maanden. Indien het langer duurt, is het in zijn geheel nietig. De rechter kan het niet beperken tot de maximumtermijn van 12 maanden. [286]

2.5.1.4 Beperkt in de ruimte

Het concurrentiebeding moet beperkt zijn tot het gebied waarbinnen de handelsvertegenwoordiger zijn activiteit uitoefent.

Deze beperking is dus anders dan die voor werklieden en bedienden, voor wie de beperking het Belgisch grondgebied betreft.

Voor handelsvertegenwoordigers kan de ruimtelijke omschrijving enger of ruimer zijn dan het Belgisch grondgebied zolang de omschrijving overeenstemt met het gebied waar de vertegenwoordiger werkelijk werkt. Het mag echter niet verder reiken dan het verkoopgebied van de handelsvertegenwoordiger. Indien het concurrentiebeding niet beperkt is tot dat gebied en dus te ruim is, is het in zijn geheel ongeldig en nietig. [287]

Een concurrentiebeding dat zich bijvoorbeeld beperkt tot de Benelux, terwijl de handelsvertegenwoordiger nooit effectief in Nederland zijn activiteit heeft uitgeoefend, is te ruim en dus nietig, ook al stond dat zo in zijn arbeidsovereenkomst. [288]

De omschrijving van het gebied mag eerder algemeen zijn, maar om geldig te zijn, moet het gebied waarin de handelsvertegenwoordiger bij het einde van de arbeidsovereenkomst werkte, effectief overeenstemmen met de omschrijving in het concurrentiebeding. Een clausule in het contract dat het concurrentiebeding beperkt tot “het gebied waar de handelsvertegenwoordiger zijn activiteit uitoefent op het ogenblik van het ontslag”, wordt als geldig beschouwd. [289] Dergelijke omschrijving is echter onvoldoende indien de handelsvertegenwoordiger niet effectief een vaste sector toegewezen heeft gekregen. [290]

Een concurrentiebeding dat geen precisering bevat in verband met het gebied waarop het betrekking heeft, is nietig en heeft dus ook geen rechtsgevolgen als de vertegenwoordiger het niet naleeft. [291]

Laatst aangepast op: 04-07-2024