ACV

3.2.5. Organisatie van het telewerk

Binnen het kader van de in de onderneming geldende arbeidsduur organiseert de telewerker zelf zijn werk. [376] De schriftelijke overeenkomst met de telewerker moet afspraken bevatten rond de frequentie van het telewerk en eventueel de dagen waarop telewerk wordt verricht, en eventueel de dagen en of uren van aanwezigheid in de onderneming. Tevens moeten de periodes vermeld worden waarin de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen. [377]

Aangezien telewerkers in de zin van cao nr. 85 in de huidige stand van de wetgeving onder de notie ‘huisarbeid’ vallen in de zin van art. 119.1, § 1 AOW [378], zijn telewerkers op basis van art. 3bis Arbeidswet [379] uitgesloten van de meeste arbeidsduurbeperkingen [380], en dat ondanks de vraag van de sociale partners in het NAR-advies nr. 1.528 om telewerkers niet te beschouwen als huisarbeiders en ze te onderwerpen aan de Arbeidswet van 16 maart 1971. De Arbeidswet voorziet wel in de mogelijkheid om via KB de arbeidsduurregels geheel of gedeeltelijk toepasselijk te verklaren op de huisarbeiders (en dus op de telewerkers in de zin van cao nr. 85). [381]

Telewerkers zijn onderworpen aan dezelfde werkbelasting en prestatienormen die gelden voor vergelijkbare werknemers die hun werkzaamheden op de bedrijfslocatie van de werkgever verrichten. [382]

De werkgever moet gepaste maatregelen nemen om te voorkomen dat de telewerker geïsoleerd geraakt van zijn collega’s, met name door de telewerker in de gelegenheid te stellen regelmatig collega’s te ontmoeten en toegang te hebben tot informatie betreffende de onderneming. Daartoe kan de werkgever de telewerker op precieze tijdstippen terugroepen in de onderneming. [383]

Laatst aangepast op: 04-07-2024