ACV

2.3.6. Arbeidsongeschiktheid

De onmogelijkheid voor de werknemer om zijn werk te verrichten ten gevolge van ziekte of ongeval, schorst in beginsel de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Dat is bepaald in artikel 31 van de Arbeidsovereenkomstenwet (zie 4.1.1 Begrip arbeidsongeschiktheid e.v.). Voor de schorsing van de arbeidsovereenkomst door de arbeidsongeschiktheid van de werknemer is niet vereist dat de arbeidsongeschiktheid een geval van overmacht zou zijn. In afwijking van die algemene regel is de arbeidsovereenkomst niet geschorst in het bijzonder geval van de tijdelijke uitvoering van een ander of aangepast werk door een arbeidsongeschikte werknemer (zie 4.5 Tijdelijke uitvoering van ander of aangepast werk (progressieve werkhervatting). [52]

De bepaling bevestigt de rechtspraak van het Hof van Cassatie overeenkomstig dewelke de arbeidsovereenkomst van de werknemer die slechts gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en gedeeltelijk wordt tewerkgesteld, niet kan geacht worden te zijn geschorst. [53] In dit kader zijn de gevolgen van een arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval waardoor het voor de werknemer definitief onmogelijk wordt om het overeengekomen werk uit oefenen, sinds 9 januari 2017 uitdrukkelijk geregeld in artikel 34 van de Arbeidsovereenkomstenwet.

Een werknemer die door de raadsarts van de mutualiteit tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid volgens de ziekteverzekering arbeidsgeschikt wordt verklaard, kan volgens het Hof van Cassatie [54] toch nog in de onmogelijkheid verkeren om zijn arbeid te presteren wegens ziekte of ongeval. In dit geval kan er sprake zijn van een overmachtssituatie waardoor de werknemer recht heeft op tijdelijke werkloosheidsuitkeringen.

Laatst aangepast op: 04-07-2023