De wetgever geeft geen definitie van het begrip ‘student’. Aangenomen wordt dat het begrip ruim moet geïnterpreteerd worden: student is wie in hoofdstatuut onderwijs volgt. Ook thesisstudenten, vrije leerlingen en pas afgestudeerden vallen hieronder. [421] Het gaat om een tewerkstelling zowel buiten als tijdens de schoolvakanties.

Volgende studenten worden echter uit het toepassingsgebied gesloten [422]:

de studenten die minstens sedert 12 maanden werken [423];
de studenten die enkel ingeschreven zijn in een avondschool of onderwijs met beperkt leerplan [424];
- de studenten die enkel deeltijds onderwijs of enkel een deeltijdse vorming volgen, kunnen wel in de schoolvakanties als jobstudent werken;
- de studenten die geen onderwijs of opleiding moeten volgen of niet aanwezig moeten zijn op de werkplek, kunnen eveneens als jobstudent werken, uitsluitend voor prestaties bij een andere werkgever dan diegene waarbij zij hun praktische opleiding volgen op de werkplek, en dat als ze aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen:
- een systeem van alternerend leren en werken volgen dat bestaat uit, enerzijds, een theoretische vorming in een onderwijsinstelling of opleidingscentrum ingericht, gesubsidieerd of erkend door de bevoegde overheid en, anderzijds, een praktische opleiding op de werkplek;
- niet genieten van een werkloosheidsuitkering, noch van een inschakelingsuitkering.
studenten die als stage onbezoldigde arbeid verrichten die deel uitmaakt van het studieprogramma. [425]

Er moet tevens worden rekening gehouden met de wetgeving op kinderarbeid. Zo is het verboden minderjarigen beneden de 15 jaar of die nog onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht, arbeid te laten verrichten, of enige werkzaamheid buiten het kader van hun opvoeding of vorming te laten uitvoeren. [426]

Minderjarigen van 15 jaar en meer kunnen een arbeidsovereenkomst voor studenten sluiten op voorwaarde dat ze niet onder een van de eerdergenoemde uitzonderingen vallen. [427]