ACV

10.5.1. Politiek verlof [1223]

De werkgever mag tijdens de beschermingsperiode niet tot ontslag overgaan, behoudens om redenen die geen verband houden met het feit dat de werknemer kandidaat is of een politiek mandaat uitoefent. De werkgever draagt de bewijslast van deze redenen.

De beschermingsperiode begint vanaf het moment dat de werknemer bij aangetekend schrijven zijn werkgever in kennis stelt van zijn kandidaatstelling. Die verwittiging moet gebeuren binnen de zes maanden voor de verkiezing. [1224] Indien de werknemer zijn werkgever niet op de hoogte heeft gebracht, dan kan aangenomen worden dat hij pas beschermd zal zijn vanaf de verkiezingen. [1225]

De bescherming loopt tot zes maanden na het einde van het mandaat indien de werknemer verkozen werd. Indien de werknemer niet verkozen werd maar wel effectief op de kandidatenlijst voorkwam, eindigt de bescherming drie maanden na de verkiezingen.

Ingeval de werknemer een mandaat uitoefent, is hij maar beschermd indien de werkgever daarvan op de hoogte is. Daarbij is het echter niet vereist dat de werkgever reeds op de hoogte werd gesteld van de (voorgenomen) kandidatuur. [1226]

Indien de werkgever de werknemer toch ontslaat en de aangevoerde reden niet beantwoordt aan de bovenvermelde voorschriften of bij ontstentenis van redenen, zal hij een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn gelijk aan zes maanden brutoloon. Deze is cumuleerbaar met een verbrekingsvergoeding.

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Wat de gevolgen zijn van een vroegtijdige kennisgeving wordt betwist: volgens sommigen leidt ze tot het verlies van de ontslagbescherming tijdens de pre-electorale periode (C. Devriere, “Politiek verlof”, in P. Breyne, C. Devriere, M. Blomme en M. De Gols (eds.), Jaarlijkse vakantie, betaalde feestdagen, klein verlet en politiek verlof, Brussel, Ced.Samsom, losbl., 414; M. Taquet en C. Wantiez, “Le congé politique (Loi du 19 juillet 1976, AR des 15 en 28 décembre 1976)”, JTT 1977, 25); anderen stellen dat bij een vroegtijdige kennisgeving de bescherming toch aanvangt, doch pas 6 maanden voor de verkiezingen (J. Herman, ‘Politiek verlof’, in B. Mergits, O. Vanachter en W. Van Eeckhoutte en D. Votquenne (eds.), Aanwerven, tewerkstellen, ontslaan, Antwerpen, Kluwer, losbladig, 203-1120; Salomez, De rechtspositie van de ontslagmacht naar Belgisch arbeidsrecht, die Keure, Brugge, 2004, 119).