ACV

2.3.1. Brand in de onderneming

Een brand in de onderneming zal dikwijls een situatie van overmacht vormen. Maar dit is niet altijd het geval. Een brand door te zwakke elektriciteitsleidingen is bv. geen overmacht. Omdat de werkgever in dat geval mee oorzaak is van de ontstane brand (hij moet de nodige maatregelen treffen om overbelasting van leidingen te voorkomen door eventueel zwaardere leidingen te leggen), is die gebeurtenis immers niet onafhankelijk of volkomen vreemd aan zijn eigen vrije wil. Een brand in de onderneming kan immers maar een geval van overmacht zijn als hij niet het gevolg is van een fout van de werkgever. [38] Als de werkgever kan bewijzen dat hij de brand niet heeft kunnen verhinderen (omdat hij de wettelijke en reglementaire bepalingen op dat vlak naleefde), is de brand overmacht. Een brand zal meestal slechts tijdelijk de tewerkstelling van de werknemers onmogelijk maken; hij heeft dus doorgaans de schorsing van de arbeidsovereenkomst tot gevolg. [39] Zolang echter onzekerheid bestaat over de al of niet tijdelijke dan wel definitieve belemmering om de arbeidsovereenkomst verder te zetten, kan de werkgever de overmacht niet inroepen om te overeenkomst te beëindigen. [40] Als de werkgever een vergoeding krijgt van de verzekering, maar hij gebruikt die niet om de onderneming opnieuw op te bouwen, kan hij zich evenmin beroepen op de definitieve overmacht. [41]

Kan overmacht tot gevolg hebben dat de arbeidsovereenkomst tijdelijk gedeeltelijk niet uitgevoerd kan worden? Zo oordeelde het Arbeidshof van Brussel dat wanneer de werkgever door een brand in zijn lokalen het met de werknemer overeengekomen aantal uren niet kan laten werken, de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk geschorst wordt ten belope van het aantal uren dat niet meer kan worden gewerkt. De werkgever is dan geen loon of schadevergoeding verschuldigd voor het aantal uren dat de werknemer door de brand onmogelijk kan werken. [42] Dit lijkt in tegenspraak te zijn met het beginsel dat er geen ruimte is voor een gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst omdat de verbintenissen in hun geheel moeten nagekomen worden. [43] Een eventuele gedeeltelijke uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan dan alleen maar als hierover een onderling akkoord werd afgesloten.

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    J. Herman, Schorsing van de individuele arbeidsovereenkomst 2010, ICA-reeks algemene reeks nr. 5, Brugge, die Keure, 2010, 10-11, nr. 23. De auteur verwijst hier naar Cass. 2 oktober 2000, JTT 2000, 476, met noot W. Rauws en Cass. 13 februari 1989, RW 1988-89, 1298.