ACV

6.2. Loonwaarborg

De werknemer heeft recht op doorbetaling van zijn loon als hij beroep doet op klein verlet. De loonwaarborg is echter afhankelijk van de verwittiging van de werkgever door de werknemer. Dit moet in principe vooraf gebeuren. Wanneer dit door de concrete omstandigheden onmogelijk is, moet de werkgever zo spoedig mogelijk verwittigd worden. Bovendien is er alleen recht op loon als er loonverlies zou zijn. Dit betekent dat:

  • wanneer bepaalde gebeurtenissen plaatshebben buiten de normale werktijd (bv. op een zondag, tijdens de jaarlijkse vakantie of een andere schorsing van de overeenkomst zoals arbeidsongeschiktheid, loopbaanonderbreking enz.) dit tot gevolg kan hebben dat er geen recht is op klein verlet;
  • een vakantieperiode niet verlengd wordt naar aanleiding van gebeurtenissen die zich tijdens die vakantieperiode voordoen;
  • het niet toegelaten is om het gewaarborgd dagloon (artikel 27 AOW) dat in bepaalde gevallen verschuldigd is, bv. wanneer een werknemer het werk moet staken omdat hij van het overlijden van een naaste verwante verwittigd wordt, aan te rekenen op de periode van klein verlet wegens overlijden van een nabij familielid. [486]

In artikel 30 spreekt de Arbeidsovereenkomstenwet over het ‘normaal loon’. Dit is voor werklieden uitdrukkelijk geregeld in artikel 56, eerste lid AOW. Hier wordt verwezen naar de berekening van het loon voor een feestdag. Of dit voor bedienden ook zo is, is niet zo duidelijk. [487]

Een bijzondere omstandigheid inzake loonwaarborg doet zich voor indien de werknemer aansluitend op het klein verlet wegens overlijden van de echtgeno(o)t(e), de samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner ziek wordt. In bepaalde gevallen zal er dan immers een aanrekening gebeuren op de wettelijke periode van gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid.

Meer bepaald zal er van een aanrekening sprake zijn wanneer de werknemer aansluitend op de eerste, tweede of derde dag rouwverlof, een of meerdere opeenvolgende dagen bijkomend rouwverlof (max. 7) opneemt en onmiddellijk daarna ziek wordt. De aanrekening zal tot gevolg hebben dat de wettelijke periode van gewaarborgd loon wegens arbeidsongeschiktheid wordt ingekort met het aantal dagen bijkomend verlof dat de werknemer onder die voorwaarden opnam. Er gebeurt echter géén aanrekening met betrekking tot de bijkomende dagen rouwverlof die worden toegekend in het kader van een conventionele regeling zoals bijvoorbeeld een sectorale cao. [488]

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    J. HERMAN meent, alvast voor het kort verzuim, dat dit wel zo is: Schorsing van de individuele arbeidsovereenkomst 2010, ICA-reeks algemene reeks nr. 5, Brugge, die Keure, 2010, 17, nr. 31. In dezelfde zin: W. Van Eeckhoutte, Sociaal Compendium 2019-2020, Mechelen, Kluwer, 2019, 2128-2129, nr. 3795.