Met de wet van 15 november 2022 werd het vaccinatieverlof opnieuw ingevoerd vanaf 1 oktober 2022 tot 31 december 2022. [516] Indien nodig kan de regeling bij koninklijk besluit nog verlengd worden tot uiterlijk 31 maart 2023.
6.3.4.1 Wat houdt het recht in?
Het recht op klein verlet voor vaccinatie tegen het coronavirus houdt in dat de werknemer zonder loonverlies van het werk afwezig mag zijn, wanneer hij zich tijdens de werkuren laat vaccineren tegen het coronavirus COVID-19. De werknemer heeft dit recht gedurende de tijd die nodig is voor de vaccinatie.
Sinds 2022 heeft de werknemer dit recht eveneens om een minderjarig kind dat met hem samenwoont te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om het kind te laten vaccineren. Wanneer de werknemer samenwoont met de andere ouder van het kind, kan dit recht voor éénzelfde periode slechts door één van de ouders worden uitgeoefend.
Het recht op klein verlet wordt vanaf 2022 ook toegekend aan de werknemer die een meerderjarig persoon met een handicap of een persoon waarover hij het wettelijk voogdijschap uitoefent te begeleiden gedurende de tijd die nodig is om die persoon te laten vaccineren. In dat geval moet de werknemer wel de hoedanigheid van ouder of voogd hebben t.a.v. de door hem begeleide persoon.
6.3.4.2 Voor wie geldt deze wet?
De wet is van toepassing op alle werknemers en werkgevers die met elkaar zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst. Onder meer jobstudenten, uitzendkrachten en werknemers die telewerk verrichten vallen daar ook onder. Ook het contractueel personeel van de openbare sector valt onder de regeling van deze wet.
De wet is niet van toepassing op statutairen, leerlingen, stagiairs of vrijwilligers. Ook zelfstandigen vallen buiten het toepassingsgebied.
6.3.4.3 Duur van het verlof
Het recht mag uitgeoefend worden voor de tijd die nodig is om zichzelf of de persoon die men begeleidt te laten vaccineren. Deze tijd omvat zowel de tijd die doorgebracht wordt in het vaccinatiecentrum als de tijd die nodig is voor de verplaatsing. Verschillende injecties geven recht op telkens een apart klein verlet.
6.3.4.4 Verplichtingen van de werknemer
De werknemer moet zijn werkgever op voorhand verwittigen dat hij van het recht gebruik wil maken en dat zo spoedig mogelijk van zodra hij het tijdstip van vaccinatie kent. Hij mag het recht ook enkel gebruiken voor de vaccinatie, zoniet kan het recht op loon hem worden ontzegd.
Indien de vaccinatie valt op een dag waarop de werknemer inhaalrust geniet of wanneer de vaccinatie valt buiten de werkuren, is er geen recht op klein verlet.
Indien de werknemer op de reservelijst van Q-Vax staat en plots wordt opgeroepen, moet de werknemer de werkgever ook verwittigen vooraleer hij het werk effectief verlaat. Alles dient in dat geval te verlopen volgens de regels van de goede trouw. Er is echter in dat geval geen minimumtermijn opgelegd voor de verwittiging.
De werknemer moet enkel maar een bewijs voorleggen wanneer de werkgever hem daarom verzoekt. Het bewijs leveren kan door het document te tonen dat de afspraak op een bepaald tijdstip bevestigt.
6.3.4.5 Berekening van het loon
Het vaccinatieverlof wordt gelijkgesteld met klein verlet, zoals geregeld door artikel 30, § 1 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Dat betekent dat het loon berekend wordt zoals voor afwezigheid op een feestdag. Uiteraard dient er enkel loon te worden betaald voor de uren die de werknemer effectief had moeten presteren overeenkomstig zijn gepland uurrooster.
Het recht op klein verlet heeft bovendien enkel betrekking op de vaccinatie zelf. Indien de werknemer ten gevolge van zijn vaccinatie ziek zou worden, gelden de gewone regels inzake arbeidsongeschiktheid en gewaarborgd loon.