ACV

    18. Schorsing door onderling akkoord

    De arbeidsovereenkomst is een wederkerige overeenkomst. Zoals elke andere wederkerige overeenkomst kan de uitvoering ervan geheel of gedeeltelijk geschorst worden door het akkoord van beide partijen. [789] Behoudens andersluidende (sectorale) bepaling heeft de werknemer geen enkel recht op het bekomen van een verlof zonder wedde. Om zo’n verlof te kunnen opnemen is immers altijd het akkoord van de werkgever vereist. Om de rechtszekerheid te garanderen kan dit akkoord best in een schriftelijke overeenkomst in tweevoud worden opgemaakt.

    De modaliteiten van deze schorsing kunnen dan autonoom door de betrokken partijen worden vastgelegd (bv. formaliteiten, duur, loonwaarborg, enz.). [790] Uiteraard doen partijen er goed aan de weerslag van deze conventionele schorsing op het sociaal zekerheidsstatuut van de betrokken werknemer te onderzoeken. Dergelijke conventionele schorsingen kunnen uiteraard niet alleen het resultaat zijn van individuele overeenkomsten. Ook collectieve overeenkomsten kunnen dergelijke schorsingen mogelijk maken, zowel via sectorale of intersectorale cao’s als via ondernemings-cao’s (bv. cao 45 – verlof om dwingende reden).

    Het ontslag met een opzeggingstermijn dat door de werkgever wordt gegeven tijdens een periode van conventionele schorsing van de arbeidsovereenkomst werd geacht de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst tot gevolg te hebben. Het Arbeidshof kende in dit geval niet alleen een opzeggingsvergoeding toe maar ook een morele schadevergoeding wegens rechtsmisbruik. [791]

    Een van de gekende voorbeelden van deze conventionele schorsingen is het ‘verlof om familiale redenen’ – meestal zonder loon – dat in een aantal bedrijfssectoren mogelijk werd door een sectorale cao. Deze sectorale regelingen zijn een uitvloeisel van het beginselakkoord dat hierover werd bereikt in de interprofessionele overeenkomst 1975-1976. Een ander voorbeeld van een conventionele schorsing is de beroepsloopbaanonderbreking of de vermindering van arbeidsprestaties. De wetgever is hier tussenbeide gekomen om een aantal voorwaarden en gevolgen te regelen.

    Laatst aangepast op: 04-07-2023

      Arbh. Brussel 30 juni 2015, JTT 2015, afl. 2015, afl. 1230, 445.