ACV

2.6.3. Definitieve arbeidsongeschiktheid als overmacht [125]

De Wet van 20 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid had een nieuw art. 34 ingevoegd in de AOW. [126] De arbeidsovereenkomst kon enkel nog op grond van medische overmacht beëindigd worden na beëindiging van het re-integratietraject voorzien in de welzijnswetgeving.

De Wet van 30 oktober 2022 koppelt het re-integratietraject uit de welzijnswetgeving nu los van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op grond van medische overmacht en voert in art. 34 AOW een apart traject in dat specifiek gericht is op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht. [127]

De specifieke procedure kan slechts worden opgestart wanneer de werknemer gedurende een termijn van ten minste 9 maanden ononderbroken arbeidsongeschikt is en voor zover voor de werknemer geen re-integratietraject uit de welzijnswetgeving loopt.

Zowel de werkgever, als de werknemer kunnen de procedure opstarten door een kennisgeving aan de andere partij, evenals aan de preventieadviseur-arbeidsarts van de onderneming, d.m.v. een aangetekende zending, van de intentie om na te gaan of het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten.

Na ontvangst van de kennisgeving doorloopt de preventieadviseur-arbeidsarts de bijzondere procedure [128]:

  • De preventieadviseur-arbeidsarts nodigt de werknemer uit voor een onderzoek (ten vroegste 10 kalenderdagen na de kennisgeving).
  • Als de werknemer 3 keer niet ingaat op de uitnodiging van de preventieadviseur-arbeidsarts in een periode van 3 maanden, waarbij er telkens minstens 14 kalenderdagen tussen de uitnodigingen zitten, deelt de preventieadviseur-arbeidsarts dat mee aan de werkgever. De bijzondere procedure eindigt dan zonder gevolg (geen medische overmacht mogelijk).
  • De werknemer kan tijdens het onderzoek schriftelijk vragen of hij wenst dat de mogelijkheden voor aangepast of ander werk worden onderzocht.
  • De preventieadviseur-arbeidsarts gaat tijdens het onderzoek na of het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten.
  • De preventieadviseur-arbeidsarts bezorgt zo snel mogelijk, en uiterlijk binnen een termijn van 3 maanden na ontvangst van de kennisgeving, zijn vaststelling aan de werkgever en aan de werknemer d.m.v. een aangetekende zending.
  • Wanneer de preventieadviseur-arbeidsarts heeft vastgesteld dat de werknemer niet definitief ongeschikt is voor zijn overeengekomen werk, dan eindigt de bijzondere procedure zonder gevolg (geen medische overmacht mogelijk).
  • Wanneer de preventieadviseur-arbeidsarts heeft vastgesteld dat de werknemer definitief ongeschikt is voor zijn overeengekomen werk, dan is er voorzien in een beroepsprocedure voor de werknemer die niet akkoord is met de vaststelling van de definitieve ongeschiktheid om het overeengekomen werk uit te voeren.
  • De werknemer die tijdens het onderzoek niet heeft gevraagd of hij wenst dat de mogelijkheden voor aangepast of ander werk worden onderzocht, kan dat na de vaststelling door de preventieadviseur-arbeidsarts alsnog via aangetekende zending vragen binnen een termijn van 7 kalenderdagen na ontvangst van die vaststelling.

De arbeidsovereenkomst kan slechts beëindigd worden wegens medische overmacht wanneer uit de vaststelling van de preventieadviseur-arbeidsarts waartegen geen beroep meer mogelijk is, of uit het resultaat van de beroepsprocedure, blijkt dat het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten, en:

  • Hetzij de werknemer niet gevraagd heeft de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken.
  • Hetzij de werknemer gevraagd heeft de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken, de werkgever een gemotiveerd verslag heeft opgesteld waarin hij toelicht waarom het opmaken van een plan voor aangepast of ander werk technisch of objectief onmogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist, en de werkgever dat verslag heeft bezorgd aan de werknemer en aan de preventieadviseur-arbeidsarts.
  • Hetzij de werknemer gevraagd heeft de mogelijkheden voor aangepast of ander werk te onderzoeken, de werkgever een plan voor aangepast of ander werk heeft opgesteld en dat plan door de werknemer geweigerd is, en de werkgever dat plan heeft bezorgd aan de werknemer en aan de preventieadviseur-arbeidsarts.

Indien uit de vaststelling van de preventieadviseur-arbeidsarts of uit het resultaat van de beroepsprocedure niet blijkt dat het voor de werknemer definitief onmogelijk is om het overeengekomen werk te verrichten, eindigt die procedure zonder gevolg (geen medische overmacht mogelijk). De meest gerede partij kan de procedure slechts opnieuw opstarten wanneer de werknemer opnieuw gedurende een termijn van ten minste 9 maanden ononderbroken arbeidsongeschikt is.

De procedure doet geen afbreuk aan het recht om de arbeidsovereenkomst te beëindigen op voorwaarde van een opzeggingstermijn wordt nageleefd of een opzegvergoeding wordt betaald. Wel dient hierbij rekening te worden gehouden met de regelingen inzake kennelijk onredelijk ontslag en inzake discriminatie (zie hoofdstukken 9 en 10).

Wanneer de arbeidsovereenkomst een einde neemt door medische overmacht op basis van de definitieve arbeidsongeschiktheid van de werknemer, zal deze ziekte-uitkeringen kunnen ontvangen indien hij meer dan 66% arbeidsongeschikt is. Heeft hij die graad van arbeidsongeschiktheid niet, dan kan hij werkloosheidsuitkeringen aanvragen.

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Wet van 30 oktober 2022 houdende diverse bepalingen betreffende arbeidsongeschiktheid, BS 18 november 2022. De bepalingen inzake medische overmacht treden in werking vanaf 28 november 2022.