ACV

4.1. Begrip

De opzegging is een vorm van ontslag: een partij geeft hierbij eenzijdig haar wil te kennen aan de andere partij dat de arbeidsovereenkomst een einde zal nemen na verloop van een bepaalde termijn (de opzegtermijn). Het ontslag heeft in dit geval pas uitwerking na verloop van de opzegtermijn.

In de regel kunnen slechts arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd worden opgezegd. Sinds de Wet van 26 december 2013 (WES) bestaat ook de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of duidelijk omschreven werk op te zeggen (zie 4.7. Opzegging arbeidsovereenkomst bepaalde duur of bepaald werk).

De opzegging maakt een eenzijdige rechtshandeling uit met een definitief en onherroepelijk karakter. Dit houdt in dat noch één van de partijen, noch de rechter eenzijdig de betekende opzegging kunnen intrekken of de betekende opzegtermijn mogen wijzigen. [173] Enkel in onderling akkoord kan de opzegging worden ongedaan gemaakt of de betekende opzegtermijn worden gewijzigd.

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Cass. 5 november 1965, TSR 1965, 353; Arbh. Luik 15 november 1995, Soc.Kron. 1997, 542 (verkort); Arbh. Brussel 15 december 2015, JTT 2016, 116. Dit geldt eveneens indien de opzeggende partij een materiële vergissing beging bij het bepalen van de opzegtermijn in de opzegbrief (Cass. 21 september 1992, Soc.Kron. 1993, 21 (9 dagen in plaats van 9 maanden)).