ACV

1.3.3. Werkrooster

1.3.3.1 Algemeen

Het werkrooster voor deeltijdse arbeid kan vast of variabel zijn. [42]

In een vast werkrooster zijn de dagen en de uren waarop gewerkt wordt, altijd dezelfde. Dat kan gespreid zijn over een week of over een langere cyclus.

In een variabel werkrooster zijn de dagen en/of uren waarop gewerkt wordt, niet op voorhand nauwkeurig vastgelegd en kunnen die dus wijzigen. [43]

1.3.3.2 Bekendmaking werkroosters en toezicht op afwijkingen ervan

Een afschrift van de arbeidsovereenkomst van de deeltijdse werknemer of een uittreksel van die arbeidsovereenkomst met de werkroosters en met de identiteit van de deeltijdse werknemer waarop die van toepassing zijn, alsmede zijn handtekening en die van de werkgever, moeten worden bewaard, hetzij in papieren vorm, hetzij in elektronische vorm, op de plaats waar het arbeidsreglement kan geraadpleegd worden. Bij KB kunnen er eventueel andere modaliteiten worden voorzien. [44] Voor werknemers die bijna permanent op de baan zijn, en aldus een beperkte band met de bedrijfszetel hebben, moet een kopie van de arbeidsovereenkomst met werkroosters worden bewaard in het voertuig, dat als plaats van tewerkstelling kan worden beschouwd in het kader van de bewaring en het voorleggen van sociale documenten. [45]

Wanneer de arbeidsregeling van de deeltijdse werknemer georganiseerd is volgens een cyclus die over meer dan een week is gespreid, moet men op elk tijdstip kunnen vaststellen wanneer de cyclus begint. Onder ‘cyclus’ moet worden verstaan: de opeenvolging van dagelijkse werkroosters in een vaste volgorde die bepaald wordt door de schriftelijke arbeidsovereenkomst van de deeltijdse werknemer. [46]

Wanneer er met een variabel werkrooster gewerkt wordt, moeten de werknemers vooraf in kennis gesteld worden van de roosters d.m.v. een schriftelijk en door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, gedateerd bericht dat de individuele werkroosters bepaalt, op de wijze en binnen de termijn bepaald bij het arbeidsreglement. [47] Dit bericht moet ten minste zeven werkdagen vooraf op een betrouwbare, geschikte en toegankelijke wijze ter kennis worden gebracht van de deeltijdse werknemers. De termijn van zeven werkdagen kan worden gewijzigd door een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, zonder evenwel korter te mogen zijn dan drie werkdagen. [48] Zodra en zolang het werkrooster van kracht is, moet dit bericht met de individuele werkroosters of een afschrift ervan zich, hetzij in papieren vorm, hetzij in elektronische vorm, bevinden op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. Het moet gedurende een jaar worden bewaard, te rekenen vanaf de dag waarop het werkrooster ophoudt van kracht te zijn. [49] De werknemer, die tewerkgesteld is op grond van een variabel uurrooster, kan zonder nadelige behandeling weigeren om een prestatie te verrichten wanneer:

  1. die prestatie niet kadert binnen een werkrooster dat hem op tijd werd ter kennis gebracht en/of
  2. die prestatie niet kadert in het dagelijkse tijdvak waarbinnen arbeidsprestaties kunnen worden vastgesteld en de dagen van de week waarop arbeidsprestaties kunnen worden vastgesteld. [50]

Er kan van de vaste of variabele werkroosters worden afgeweken, mits dat correct geregistreerd wordt. In principe gebeurt deze registratie via een systeem van tijdsopvolging dat aan welbepaalde wettelijke voorwaarden moet voldoen (o.m. dat de vakbondsafvaardiging in de mogelijkheid gesteld wordt om, conform cao nr. 5, haar bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot het systeem van tijdsopvolging en de opgetekende gegevens). Wordt er geen systeem van tijdsopvolging gebruikt in de onderneming, dan moet de werkgever over een document beschikken waarin alle afwijkingen op de werkroosters worden opgetekend. [51]

1.3.3.3 Sancties

Als de bekendmaking van de werkroosters niet correct gebeurt, is er een weerlegbaar wettelijk vermoeden dat de werknemers voltijds tewerkgesteld waren. Dat is eveneens het geval indien afwijkingen van de bekendgemaakte werkroosters niet naar behoren geregistreerd worden. [52] Er heeft lange tijd controverse bestaan over de vraag of de werknemer zich op deze wettelijke bepaling kon beroepen om voltijds loon te vorderen. Het Hof van Cassatie lijkt de strijd beslecht te hebben door te stellen dat de werknemer op basis van het weerlegbaar vermoeden geen voltijds loon kan vorderen. [53] Wel is er lagere rechtspraak die voorhoudt dat de werknemer wel degelijk voltijds loon kan vorderen op basis van dit wettelijk vermoeden. [54]

In geval van laattijdige afgelasting door de werkgever van een prestatie die was voorzien in het werkrooster dat was opgenomen in het schriftelijk en gedateerd bericht dat de individuele werkroosters bepaalt, moet de werkgever die prestatie betalen alsof ze was verricht. [55]

Tevens zijn er strafrechtelijke sancties verbonden aan de miskenning van voorgaande verplichtingen. [56]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Art. 171 Progr.Wet van 22 december 1989 en art. 22ter wet van 2 juni 1969 (RSZ-wet). Zie ook: F. BLOMME, “De weerlegging van het vermoeden van voltijdse arbeid in art. 22ter van de RSZ-wet bij het niet openbaar maken van deeltijdse werkroosters”, Or. 2016/1, 2-19.