De tekortkoming moet de professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maken. Dit houdt in dat de arbeidsrelatie niet meer kan worden verdergezet, zelfs niet gedurende een korte tijd. Er is bijgevolg geen dringende reden indien de werkgever de overeenkomst nog enige dagen voortzet vooraleer ontslag te geven [474] of wanneer hij het onderzoek naar de ernst van de tekortkoming onnodig lang laat aanslepen. [475] De werknemer ontslaan met een aangetekende brief, maar hem verder tewerkstellen tot hij kennis heeft gekregen van die brief, wijst er eveneens op dat de samenwerking niet onmiddellijk onmogelijk is. [476] Dit is evenmin het geval zo aan de werknemer wordt voorgesteld om het ontslag om een dringende reden om te zetten in een opzegging. [477] Indien met de werknemer onderhandelingen worden gevoerd na het ontslag om dringende reden over het herstel van de betrekking (of dit wordt voorgesteld), dan kan dit in bepaalde omstandigheden de dringende reden ongedaan maken. [478]
5.2.3. Onmiddellijk en definitief
- [474]
Arbh. Luik 22 juni 1989, Soc.Kron. 1989, 321.
- [475]
Cass. 8 april 1991, Pas. 1991, 718; Arbrb. Antwerpen 18 oktober 1995, Soc.Kron. 1997, 148.
- [476]
Arbrb. Kortrijk 25 oktober 1995, JTT 1996, 154.
- [477]
Arbh. Bergen 18 november 2009, JTT 2010, 1072, 285.
- [478]
Arbh. Bergen 1 maart 1999, JTT 2000, 62; Arbh. Bergen 8 december 1989, JTT 1990, 443; Arbh. Bergen 8 februari 2012, JTT 2012, 1132, 285. Dit is echter niet altijd het geval (Arbrb. Antwerpen 25 juni 1993, Soc.Kron. 1994, 371 (wederindienstname enkele maanden na ontslag om dringende reden); zie ook: Arbh. Antwerpen 3 april 1996, RW 1996-’97, 1380).
Cass. 8 april 1991, Pas. 1991, 718; Arbrb. Antwerpen 18 oktober 1995, Soc.Kron. 1997, 148.