ACV

4.4. Nietigheid opzegging

De opzegging is nietig:

  • indien ze niet betekend werd op de wijze bepaald door de wet [202];
  • of indien het begin en/of de duur van de opzegtermijn niet vermeld werd in de opzeggingsbrief. [203]

De nietigheid van de opzegging kan relatief of absoluut zijn. Alleen de schending van rechtsregels die geacht worden de openbare orde of de goede zeden te beschermen, heeft de absolute nietigheid tot gevolg. De overtreding van rechtsregels die slechts privébelangen beschermen, leidt tot een relatieve nietigheid. De relatieve nietigheid kan alleen worden ingeroepen door de partij die door de rechtsregel wordt beschermd en kan bovendien gedekt worden, wat inhoudt dat de beschermde partij uitdrukkelijk of impliciet afstand kan doen van het recht om zich op de nietigheid te beroepen. De absolute nietigheid daarentegen kan worden ingeroepen door elke belanghebbende partij, zelfs ambtshalve door de rechter, en kan nooit gedekt worden.

Worden gesanctioneerd met een relatieve nietigheid[204]

  1. de inhoud van de opzeggingsbrief (vermelding begin en/of duur opzegtermijn);
  2. de wijze van kennisgeving door de werknemer.

Wordt daarentegen gesanctioneerd met een absolute nietigheid[205]

  • de wijze van kennisgeving door de werkgever.

De nietigheid van de opzegging tast de geldigheid van het ontslag niet aan. [206] Zelfs indien de opzegging door absolute nietigheid getroffen wordt, blijft het ontslag geldig. [207] Een ontslag gegeven via een nietige opzegging, heeft tot gevolg dat de arbeidsovereenkomst onmiddellijk beëindigd wordt. [208] De opgezegde partij kan dus de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst vaststellen en een verbrekingsvergoeding vorderen.

De opgezegde partij hoeft zich echter niet onmiddellijk op de verbreking te beroepen. Wel dient rekening te worden gehouden met het volgende:

  • De opgezegde partij beschikt slechts over een redelijke bedenktermijn om de verbreking in te roepen. [209] Wordt de verbreking niet onmiddellijk, maar wel binnen een redelijke termijn ingeroepen, dan blijft het recht op een verbrekingsvergoeding behouden. In dit geval zal de arbeidsovereenkomst, wat betreft de gevolgen ervan, als beëindigd beschouwd worden op het ogenblik dat de partij zich beroept op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. [210] Na deze redelijke bedenktermijn worden de partijen evenwel geacht afstand te hebben gedaan van het recht om zich op de onmiddellijke beëindiging te beroepen. [211] In dit geval blijft de bestaande arbeidsovereenkomst voortduren tot zij op een andere wijze wordt beëindigd. [212] Er zal dan opnieuw een recht op een verbrekingsvergoeding ontstaan indien een nieuwe ontslaghandeling kan worden vastgesteld. Dit is bv. het geval als de werkgever de ondubbelzinnige wil uit om de arbeidsovereenkomst niet verder te zetten na het einde van de onregelmatig betekende opzegtermijn. [213]
  • Een relatieve nietigheid kan bovendien gedekt worden door de opgezegde partij; er kan m.a.w. afstand gedaan worden van de mogelijkheid zich op de nietigheid te beroepen. [214] In dat geval zal de arbeidsovereenkomst eindigen bij het verstrijken van de betekende opzegtermijn. [215] De dekking kan:
  • ofwel expliciet zijn: bv. door een overeenkomst tussen partijen [216];
  • ofwel impliciet zijn: bv. door zonder opmerking of voorbehoud de arbeid verder te zetten na de nietige opzegging, hierbij ook sollicitatieverlof op te nemen en zich volledig te gedragen naar de gevolgen van de betekende opzegtermijn. [217]
Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Cass. 3 december 1979, RW 1980-81, 715 (impliciet); Cass. 11 februari 1980, JTT 1981, 34.