ACV

3.5.1. Oorzaak onafhankelijk van de wil van de werknemer

Wanneer de werknemer het werk niet kan beginnen of voortzetten wegens een reden die hemzelf betreft, heeft hij toch nog recht op gewaarborgd dagloon wanneer die oorzaak onafhankelijk is van zijn wil. Zo werd de noodzaak naar het sterfbed van een vader te gaan, beschouwd als een morele onmogelijkheid het werk nog voort te zetten. [90] De werkgever had de betaling van het loon geweigerd omdat hij vond dat de afwezigheid van de werknemer onder de toepassing viel van cao 45 over het verlof om dwingende redenen. De rechter wees deze zienswijze terecht af: er was immers voldaan aan de voorwaarden van het art. 27, 2° en die dwingende bepaling kan niet opzijgeschoven worden door een cao. In een andere zaak bood een werkneemster zich na haar bevallingsverlof gevolgd door jaarlijkse vakantie, ‘s morgens aan om haar functie terug op te nemen. Ze kreeg echter te horen dat ze was ingeschakeld in de shift en pas twee dagen later in de namiddag geprogrammeerd stond. Ze heeft recht op gewaarborgd loon voor die dag omdat ze wegens een oorzaak onafhankelijk van haar wil de arbeid niet kon beginnen.

Is er recht op gewaarborgd loon als de werknemer door zijn werkgever zelf verhinderd wordt aan het werk te gaan? De rechtspraak kreeg de gelegenheid om hierop te antwoorden. In een grote verzekeringsonderneming werd er in de ondernemingsraad geen akkoord bereikt over de vakantiedagen in een bepaalde afdeling. Er werd ook geen akkoord gesloten met de vakbondsafvaardiging noch met de werknemers collectief of individueel. De werkgever ging dan eenzijdig over tot het vastleggen van twee vakantiedagen en het sluiten van de afdeling zodat de werknemers die zich toch op het werk aanboden hun arbeid niet konden aanvangen. Het Arbeidshof van Antwerpen oordeelde dat er wel recht was op gewaarborgd loon maar het Hof van Cassatie was het hier niet mee eens. [91] De wel erg beknopte motivering van het Hof dat “die wetsbepaling niets uitstaande heeft met een geval waarin de werkgever door zijn toedoen de werknemer belet het werk aan te vangen” is echter allerminst overtuigend.

Er bestaat dus geen recht op gewaarborgd dagloon als de oorzaak van het niet kunnen beginnen arbeiden bij de werkgever ligt. Dit maakt het voor de werknemer niet eenvoudig: omdat er geen recht op loon is wanneer de werknemer niet werkt (behalve op basis van een bijzondere wettelijke of conventionele regeling), kan hij van de werkgever alleen maar een schadevergoeding vorderen als hij kan bewijzen dat de werkgever een contractuele fout maakte. [92]

In geval van onrechtmatige schorsing van de arbeidsovereenkomst kan de werknemer wel een schadevergoeding eisen die minstens gelijk is aan het onrechtmatig gederfde loon. [93] Het Arbeidshof te Luik veroordeelde echter ook een werkgever tot de betaling van het loon voor twee dagen aan een werknemer die het werk niet had kunnen aanvatten omdat de werkgever eenzijdig de arbeidsovereenkomst had geschorst tijdens de eindejaarsfeesten, terwijl de werknemer zich daartegen had verzet omdat hij niet meer beschikte over niet genomen vakantiedagen. [94]

Wanneer de werknemer ontslagen wordt in de loop van de arbeidsdag, kan de werknemer zich al evenmin beroepen op artikel 27, 2° om het loon te bekomen voor de uren waarop hij door zijn ontslag niet meer heeft gewerkt. Dat artikel kent immers loon toe bij schorsing terwijl het hier om een beëindiging van de overeenkomst gaat. [95] Voor de dag waarop de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, is dus geen gewaarborgd dagloon verschuldigd.

Laatst aangepast op: 04-07-2023

    Arbrb. Doornik 16 oktober 1987, JLMB 1988, 891.