In de Arbeidsovereenkomstenwet zelf worden drie gebeurtenissen vermeld waarvoor de werknemer klein verlet kan krijgen: het geboorteverlof [489], het adoptieverlof [490] en het verlof voor pleegzorg. [491] Verder worden er door het KB van 28 augustus 1963 een reeks gebeurtenissen opgesomd die ook recht geven op klein verlet (zie ook 6.3.4 Andere gebeurtenissen die recht geven op klein verlet voor de opsomming). [492] Tot slot werd door de wet van 9 april 2021 het recht op klein verlet ingevoerd voor werknemers die een COVID-19-vaccinatie krijgen, het zogenaamde vaccinatieverlof.
Naast deze bij wet of bij KB bepaalde gebeurtenissen kunnen er via individuele of collectieve overeenkomsten gunstigere bepalingen worden afgesproken. [493] Deze gunstigere regelingen kunnen enerzijds klein verlet toestaan voor andere gebeurtenissen of voor een langere periode dan de wettelijke regelingen. De werknemer mag zich dan steeds op de voor hem meest gunstige regeling beroepen. [494]