ACV

3.5.6. De borgtocht

Met borgtocht bedoelt men de geldsom die een werknemer aan zijn werkgever moet betalen als waarborg tot naleving van de verplichtingen van de werknemer. Een borgtocht mag slechts van de werknemer worden gevraagd als de mogelijkheid daartoe is voorzien in een cao gesloten in het paritair comité of op het vlak van de onderneming. Wanneer geen dergelijke cao is gesloten, geldt de algemeen verbindend verklaarde cao die in de NAR (cao nr. 41) werd gesloten. [609]

De AOW legt enkele essentiële regels vast die in elk geval van toepassing zijn, wat er ook bij cao wordt overeengekomen: [610]

  • De borgtocht moet op naam van de werknemer, met vermelding van de bestemming, in bewaring worden gegeven bij de Nationale Bank van België, de Deposito- en Consignatiekas, een bank of privé-spaarkas.
  • De werkgever moet dat doen binnen 15 dagen nadat die som door de werknemer is gestort of op zijn loon is ingehouden.
  • Door die inbewaringgeving krijgt de werkgever een voorrecht op die borgtocht voor elke schuldvordering die hij heeft wegens de gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van de verplichtingen van de werknemer.
  • De werkgever heeft echter geen genotsrecht op dat bedrag. De werknemer blijft eigenaar en volgens de unanieme rechtspraak komen de intresten hem dan ook toe. [611]
  • Het bedrag van de borgtocht kan slechts vrijkomen om het terug te geven aan de werknemer, of om het geheel of gedeeltelijk aan de werkgever te storten in twee omstandigheden: ofwel zijn de werknemer en werkgever het erover eens; ofwel is er een gerechtelijke beslissing die definitief geworden is.
  • De borgsom mag het bedrag van 6 maanden loon niet overschrijden. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat dit maximum slaat op zesmaal het nettoloon. [612]

Boven op de hierboven vermelde dwingende wettelijke bepalingen, geldt in alle ondernemingen waar geen specifieke sectorale [613] of ondernemings-cao van kracht is, de suppletoire NAR-cao nr. 41.

De bepalingen van deze cao grijpen in op drie domeinen:

  • Het toepassingsgebied van de borgtocht.

Komen enkel in aanmerking:

  1. werknemers verbonden via een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd;
  2. de goederen, voorraden, sommen of waarden die aan de werknemer toevertrouwd zijn, hebben een omvang minstens gelijk aan één maandloon;
  3. de werknemer oefent een van volgende functies uit: filiaalhouder; handelsvertegenwoordiger; kassier verbonden aan de boekhoudkundige dienst; depothouder; handelsagent die in België een buitenlandse onderneming vertegenwoordigt. [614]
  • Het maximumbedrag van de borgtocht.

Het bedrag is beperkt tot één maand loon voor wie niet meer verdient dan 44.096,60 euro per jaar (loongrens 2022). Voor wie meer verdient, bedraagt het maximum drie maanden. [615]

  • De betalingsmodaliteiten.

Als er een borgtocht wordt overeengekomen kan de werkgever bij de aanwerving de onmiddellijke betaling van ten hoogste één maand loon vragen. Indien het totale bedrag van de borgtocht meer bedraagt, moet de rest worden samengesteld via inhoudingen op het loon. [616]

Laatst aangepast op: 04-07-2024

    Gedr.St. Kamer 1977-78, nr. 293/4, 9.